God van Nederland

Geachte uitgeverij Prometheus/Bert Bakker,

Bij uw concern verscheen dit jaar het romandebuut van Thierry Baudet, getiteld Voorwaardelijke liefde. Ik begrijp waarom u deze auteur uitgeeft. U overziet het Nederlandse intellectuele landschap en u weet: er is behoefte aan een intelligent, conservatief geluid.

Ik zie de nood, net als u. Wellicht zou ik elke avond voor het slapen moeten bidden tot de God van Nederland (inderdaad, Die uit Nescio’s Dichtertje): geef ons land een slimme conservatief. Iemand die zijn Thomas Carlyle kent en diens elegante dialectiek kan vertalen naar 2014. Ik zou het vermoedelijk niet eens zijn met deze conservatief maar ik zou er blij mee zijn, want hoe kunnen de dingen gedacht worden als ze niet op scherp gesteld mogen worden?

Aan de publicaties van Baudet is echter niets elegants of dialectisch te ontdekken. Gregor, de mannelijke hoofdpersoon van Voorwaardelijke liefde, lijdt onder de afwezigheid van een dominante vaderfiguur, een man die hem had kunnen voordoen hoe vrouwen precies onderdrukt willen worden. De oplossing dient zich aan in de vorm van hoererij; Gregor verkoopt zijn diensten aan twee zussen en leert zo dat juist geëmancipeerde vrouwen opgewonden raken van brutale minachting.

Niets nieuws onder de zon. De vrouwenemancipatie riep in de vroege twintigste eeuw al op identieke wijze woede en frustratie op bij mannelijke kunstenaars. Geconfronteerd met feministische argumenten werden van de weeromstuit allerlei stellingen over de zogenaamd leugenachtige seksuele natuur van de vrouw populair. Het is door Bram Dijkstra uit-en-te-na gedocumenteerd in Idols of Perversity (1986). Eerder nog, in 1929, kwam Virginia Woolf in A Room of One’s Own tot de volgende diagnose, terwijl ze bladerde in een roman geschreven door Mr A:

It took place on the beach under the sun. It was done very openly. It was done very vigorously. Nothing could have been more indecent. But . . . I had said ‘but’ too often. One cannot go on saying ‘but’. One must finish the sentence somehow, I rebuked myself. Shall I finish it, ‘But–I am bored!’

Inderdaad. Ik verveel me! Baudet duwt anno 2014 zijn Grote Gelijk met dezelfde subtiliteit bij de lezer naar binnen als Gregor zijn geslachtsdeel bij de vrouwen, en is daarmee net zo voorspelbaar als Mr A in 1929 al was. Wat moeten we met een roman waarin in alle ernst wijsheden worden opgedist als: ‘Achterlangs is de beste optie. Je kunt rustig je gang gaan […]’. Natuurlijk is een roman – als het goed is – geen pleidooi, een roman is fictie. Je kan de auteur daarom niet op één lijn stellen met uitspraken en gedragingen van de personages. Maar als uitgever weet u als geen ander ook dat goede fictie altijd twee dingen tegelijkertijd is. De roman is een argument én een vertelling waarin dat argument rustig op zijn kop kan worden gezet (de roman is een wonderlijk type tekst dat zijn eigen argumentatie niet serieus hoeft te nemen). Zonder dat argument wordt het loze schoonschrijverij, met alleen het argument wordt het vervelende didactiek. En helaas heeft Baudet een boek geschreven uit de categorie ‘vervelende didactiek’, subcategorie ‘onbeholpen schoolkrantproza’.

Geen wonder dus dat de roman aanvankelijk weinig tumult teweegbracht. Waarschijnlijk omdat enige verontwaardiging uitbleef, schreef Baudet voor The Post Online een lovend stukje over Julien Blanc, de controversiële versiergoeroe die ‘haar hoofd tegen je kruis drukken’ als een vorm van flirten lijkt te beschouwen. Het gekrakeel over Baudets stuk liet zich voorspellen. Feministes maakten er terecht bezwaar tegen. Het vervelende is echter dat je niet kunt winnen, want zo’n bezwaar stelt Baudet in staat zichzelf op te werpen als iemand met een ‘positie’ in een ‘debat’, waardoor hij weer mag aanschuiven in De Wereld Draait Door, om daar tot drie keer toe de titel van zijn roman te noemen.

In deze tijden van voortdurende krimp is een mediagenieke auteur ongetwijfeld een gekoesterd goed. Maar ik vrees dat u door uw kaart te zetten op een auteur als Baudet tegelijkertijd een race to the bottom helpt versnellen die uiteindelijk ook uw uitgeverij niet ongemoeid zal laten. Een cultuur kan niet leven van progressiviteit alleen, maar de vraag is of er op deze manier wel ruimte overblijft voor doordacht conservatisme. Het erotisch analfabetisme van Baudet is immers onverslaanbaar goedkoop: als deze nonsens volstaat om in de media de suggestie van opwinding gaande te houden, dan is eenvoudig te voorspellen dat een ingewikkelder argumentatie al snel veel te veel tijd, geld en aandacht vergt om eveneens tot onderwerp van gesprek verheven te worden. Soms lijkt het moment nabij waarop boeken niet eens meer nodig zijn om als auteur in de media te kunnen functioneren.

Ik vermoed dat het gokken op auteurs die handig inspelen op de bestaande dynamiek de boekenmarkt van binnenuit zal uithollen – op een grondiger wijze dan economische tegenspoed ooit zal kunnen. En het leek me toch goed dit vermoeden eens met u te delen.

Met vriendelijke groeten,
Saskia Pieterse

Geplaatst op 27/11/2014

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.