Proza, Signalement

Signalement: Club Mars – Rachel Kushner

Club Mars

Rachel Kushner (vert. Lidwien Biekmann & Maaike Bijnsdorp)

Wie ervoor kiest een criminele daad te begaan, mag daarvoor volgens het Amerikaanse rechtssysteem de rest van zijn leven worden gestraft. Dat is de boodschap die blijft doorklinken na de lezing van Rachel Kushners (1968) derde roman Club Mars. Eerder schreef de Amerikaanse Telex from Cuba (2008) en The Flamethrowers (2013), die beide werden genomineerd voor de National Book Award – een unicum. Haar tweede boek betekende haar internationale doorbraak bij het grote publiek en werd in 2014 in het Nederlands vertaald als De vlammenwerpers.

Het is niet lastig de overeenkomsten tussen die twee verhalen te zien: ook in De vlammenwerpers, dat zich afspeelt in de New Yorkse kunstenaarsscene van de jaren zeventig, trad het politieke systeem al op de voorgrond. En net als in die roman schotelt Kushner de lezer met Club Mars opnieuw een eindeloze stroom aan details voor – ditmaal met de behandeling van vrouwelijke gevangenen als gemene deler.

Club Mars verhaalt over de negenentwintigjarige Romy Hall, veroordeeld tot tweemaal levenslang nadat ze zich wreekte op een stalker. Ze zal de rest van haar leven moeten slijten in Stanville, de gruwelijkste vrouwengevangenis van de Verenigde Staten. Ze is al jaren gescheiden van haar zoontje Jackson, die nu bij haar moeder is ondergebracht – zelfs zijn foto is zo sterk verouderd dat ze hem waarschijnlijk niet eens meer zou herkennen als hij in levenden lijve voor haar zou staan. Ook ander bezoek heeft ze in de jaren die ze in Stanville heeft doorgebracht nog maar nauwelijks gekregen.

Gezelschap is er in de gevangenis gelukkig genoeg, de ene vrouw nog extravaganter dan de andere. Romy’s eigen verhaal vertelt ze de lezer tussen neus en lippen door, en dat is ook logisch: waarom zou ze na al die jaren nog zin hebben de aanleiding voor haar vastzitten uit de doeken te doen? Hoogstens laat ze iets los over het emotionele aspect van haar gevangenschap. Net als in liefdesrelaties beleeft men het verblijf in een vrouwengevangenis met pieken en dalen, met, net als de vermeende seven-year itch in een liefdesrelatie, na ongeveer zeven jaar het laagste punt: het besef dat je nooit meer zult kunnen rondlopen in de vrije buitenlucht.

De nadruk ligt echter meer op de kleurrijke verhalen van Romy’s medegevangenen. Die vertelt Kushner met zoveel droge humor dat het boek geen moment te zwaar wordt. Zo beschrijft zij haar collega’s bij Club Mars, de striptent waar zij voor haar opsluiting werkte, als volgt:

Als je had gedoucht, had je in Club Mars al een streepje voor. Als er geen spelfouten in je tatoeages zaten, dan was je hot. Als je niet vijf of zes maanden zwanger was, dan was je de topmeid van de avond. Er waren meisjes die pepperspray in het gezicht van een klant spoten, waardoor wij allemaal hoestend en benauwd naar buiten vluchtten. Een danseres werd een keer kwaad op d’Artagnan, de avondmanager, en zette de kleedkamer in de hens. Toen werd ze ontslagen, dat is waar, maar dat was een uitzondering.

In het merendeel van de roman is de schrijfstijl van Club Mars rationeel en afstandelijk te noemen, en dat is niet verwonderlijk: zo’n houding is het enige mogelijke overlevingsmechanisme in een situatie als deze. Een levenslange gevangenisstraf, daar doet mooischrijverij niets aan.

Tegelijkertijd toont Kushner hiermee de vlakheid van het gevangenisleven: dit bestaan kent tenslotte nauwelijks meer hoogtepunten dan het dagelijkse luchtmoment of het ontstaan van een opstootje tijdens het arriveren van een nieuwe gevangene. Schokkende thema’s als verkrachting, armoede, diefstal en verwaarlozing worden echter even achteloos aan elkaar geregen: Romy en haar medegevangenen zijn te zeer gewend aan al deze zaken om afstand te kunnen nemen van de absurditeit van alles wat hen overkomt. Bovendien hebben zij nooit anders gezien: verkeerde liefdes en vriendschappen gaven hun het foute voorbeeld, het ene nog problematischer dan het andere. Kushners onderliggende boodschap: je omgeving bepaalt wat jij ziet als normaal.

Met deze stortvloed aan scènes brengt de schrijfster niet alleen een grotere boodschap – de onmenselijkheid van het Amerikaanse rechtssysteem – maar ook een persoonlijke: op individueel niveau toont ze welke componenten van het leven voor het merendeel van de bevolking zo normaal mogen lijken, terwijl ze voor een flink aantal volstrekt onbereikbaar zijn. Het hebben van een baan, het mogen zien van je eigen kind, het hebben van een relatie die niet puur gebaseerd is op een transactie van lust, geld en macht – al deze zaken worden een mens dat gevangen is in de vicieuze cirkel van de criminaliteit zonder pardon ontnomen. Dan had je maar niet op dat ene fatale moment die misdadige keuze moeten maken, geeft het rechtssysteem hierop als antwoord. Het is deze visie die Kushner kritisch belicht. We weten dat mensen sneller hun afval op de grond laten vallen in een omgeving waar al colablikjes en chipszakken rondslingeren, en zo geldt het ook voor het overgaan tot misdadigheid: geboren worden in een criminele omgeving nodigt nu eenmaal uit tot crimineel gedrag.

Romy Hall is, in tegenstelling tot veel van haar medegevangenen, geen performer maar een observator. Zo merkt ze op dat ook binnen het criminele circuit voor vrouwen andere normen gelden dan voor mannen:

Is het je weleens opgevallen dat van vrouwen soms wordt gezegd dat ze er goedkoop uitzien, maar van mannen nooit? Vrouwen kunnen goedkoop zijn, ordinair; mannen zijn gewoon, hardwerkend, gemiddeld. Een vrouw die er goedkoop uitziet, hoeft niet te worden gerespecteerd. Ze heeft dus wel een bepaalde waarde, een bepaalde goedkope waarde.

Het zijn ook waarnemingen als deze die sympathie voor dit weldenkende personage oproepen. Club Mars kiest daarmee keer op keer duidelijk – soms iets te duidelijk – de kant van de gevangenen. Hun levensverhalen worden door een gekleurde bril verteld; details die in hun nadeel zouden kunnen werken, worden achterwege gelaten. De lezer wordt expliciet met ‘jij’ aangesproken, ingekleurd als een onwetend figuur, dat nog nooit met de schimmige kant van de samenleving in aanraking is gekomen. Romy Hall blijft daardoor – crimineel of niet – de heldin in Kushners verhaal: met haar geweldsdaad streefde zij naar rechtvaardigheid, en daarvoor weigert de auteur haar te veroordelen.

Recensie: Club Mars van Rachel Kushner door Anne van den Dool.

Atlas Contact, Amsterdam, 2018
ISBN 9789025451905
365p.

Geplaatst op 06/07/2018

Tags: anne van den dool, Club Mars, criminaliteit, Flamethrowers, Gevangenis, levenslang, Lidwien Biekmann, Maaike Bijnsdorp, Rachel Kushner, Telex from Cuba

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.