Proza, Signalement

Signalement: Het verlangen te zijn als alle anderen – Francesco Piccolo

Het verlangen te zijn als alle anderen

Francesco Piccolo (vert. Miriam Bunnik & Mara Schepers)

Francesco Piccolo (1964) geldt in Italië als een gezaghebbende stem in het publieke debat. Hij heeft zijn strepen verdiend als schrijver, scenarist, journalist en columnist. Ook in ons taalgebied is hij geen onbekende: in 2012 verscheen in Nederlandse vertaling Momenten van onverwacht geluk, een stemmig boekje waarin hij het kleine geluk onthult dat zich vaak in het dagelijks leven verschuilt. In 2017 verscheen Het verlangen te zijn als alle anderen. Deze ‘roman’ – in interviews spreekt Piccolo over een ‘politieke autobiografie’ – kenmerkt zich door eenzelfde licht ironische, breedvoerige toon, maar is ernstiger en kritischer van aard. In deze persoonlijke beschouwing van de Italiaanse geschiedenis van de voorbije veertig jaar schopt de auteur de Italianen, zichzelf incluis, een geweten en brengt hij een messcherpe analyse van de turbulente Italiaanse politiek vanaf de jaren zeventig tot nu. In 2014 won hij er de Premio Strega voor, de belangrijkste Italiaanse literatuurprijs.

Het boek begint in de tuinen van het paleis van Caserta, waar de naamloze hoofdfiguur als negenjarige jongen voor het eerst tot het besef komt dat hij de wereld deelt met een immense groep mensen. Terwijl de avond valt, doolt hij door het verlaten park. Hij ziet als in een visioen de honderdduizenden die ooit over de paden hebben gewandeld of daar nog zullen lopen. Hij komt tot het tegelijk euforische en angstaanjagende inzicht dat er een gemeenschap is waarvan hij deel uitmaakt en waartoe hij zich moet verhouden. Het is het begin van zijn zoektocht naar een plek in de wereld, een onophoudelijke afweging van hoe privé en het publieke leven op elkaar inwerken. Hij twijfelt voortdurend tussen engagement en afstand. Hij wil deelnemen aan het openbate leven, maar ontdekt in zichzelf ook een onoverkomelijke vervreemding die hem ervan weerhoudt een actieve rol op zich te nemen.

Als puber wordt de protagonist communist, niet goed wetend waarom, misschien vooral omdat hij zich aangetrokken voelt tot de ‘underdog’, de gedoodverfde verliezer. Zijn interesse voor politiek is echter ontwaakt en zal naarmate de tijden woeliger worden alleen maar toenemen. Piccolo schetst de opkomst en ondergang van de communistische leider Enrico Berlinguer, de ontvoering van voormalig minister-president Aldo Moro door de Rode Brigades, de rijzende ster van Silvio Berlusconi en het politieke klimaat onder zijn beleid. Hoewel hij zelf een overtuigd links denker is, deinst de auteur er niet voor terug om de linkerzijde scherp op de korrel te nemen. Met grote precisie ontleedt hij de positie die door intellectuelen en politici werd ingenomen en die de opkomst van Berlusconi mee mogelijk maakte. Door een gebrek aan politieke ethiek aan de rechterzijde ging de linkerkant zich wentelen in haar morele superioriteit. Piccolo hekelt dit als de mythe van de zuiverheid: ‘dit is niet onze wereld, wij trekken ons eruit terug, om de waarden die niet verloren mogen gaan te bewaken.’ Een gedachte die ertoe leidde dat ‘iedereen van links zuiver en reactionair werd.’

De overwinning was helemaal niet meer belangrijk, er moest alleen voorgoed een scheidslijn worden getrokken, een definitief idee van anders-zijn. Ze moesten zich uit het publieke leven terugtrekken en een abstract, rein en verschanst alternatief vertegenwoordigen. Een zuiver alternatief. Vanaf dat moment wordt elke politieke nederlaag een versterking van de eigen ideeën. Een bevestiging dat de wereld corrupt is en de vooruitgang kwijnend. Een bevestiging dus dat de juiste mensen en het juiste gedachtegoed een minderheid vormen. Ze maken deel uit van een andere wereld, die niet meer met het land communiceert – want de rest van het land, onzuiver en corrupt, is zichzelf kwijt.

Boven alles onderzoekt Piccolo de vraag hoe de politiek zich moet heruitvinden in het post-Berlusconi tijdperk. Om zijn conclusie oneerbiedig kort samen te vatten, is het enige echte alternatief dat ons rest de afwijzing van elke vorm van ideologie. Het idee is niet bijster origineel, maar wordt wel met vuur verdedigd: het onwankelbare geloof in het eigen gelijk, de verkettering van degene die er een andere mening op nahoudt en de rouw om een ‘betere’ wereld die onherroepelijk verloren is gegaan, fnuiken elke poging tot respectvolle politiek. We moeten daarentegen deelnemen aan het heden zoals het is, hoe moeilijk, lelijk of uitzichtloos het zich ook aandient. Volgens Piccolo is dat de enige manier om zowel privé als publiek te slagen.

‘Zij die winnen en zij die verliezen zijn samen, hoewel niet in gelijke mate, verantwoordelijk voor de gebeurtenissen.’ Piccolo doet een oproep aan zowel links als rechts om niet elitair en neerbuigend te worden, maar steeds te blijven onderzoeken wie de mensen uit het andere kamp zijn en hen de hand te reiken. Uiteindelijk is dit boek een scherpzinnige, bij tijden filosofische poging om ‘zin te kunnen geven of zin te kunnen onttrekken aan de gebeurtenissen die ons zijn overkomen, die we hebben meegemaakt.’

Bovenal blijkt hoe de Italianen er nog steeds mee worstelen om hun eigen recente geschiedenis te doorgronden en verklaringen te vinden voor alle wantoestanden en fiasco’s die zich hebben voorgedaan.

Piccolo beschikt over een scherpe pen en zet zijn argumentaties helder en vloeiend uiteen. Ingewikkelde politieke constructies maakt hij inzichtelijk zonder ze te simplificeren. Piccolo daagt zijn lezer voortdurend uit om mee te denken, te oordelen en standpunten te kiezen en te herzien. Haarfijn ontleedt hij zijn eigen politieke keuzes en de evolutie die hij zowel op politiek als persoonlijk vlak doormaakte. Hij schrikt er niet voor terug zijn eigen denkfouten en misvattingen bloot te leggen, kritisch, maar ook vol mededogen voor de persoon die hij was en de mensen die hem omringden.

Piccolo schetst echter niet alleen een fascinerend en genuanceerd beeld van de Italiaanse politiek, hij overstijgt die particuliere context ook en vertelt een universeler verhaal over hoe gebeurtenissen op wereldvlak hun weerslag hebben op ons persoonlijke leven, over engagement, oppervlakkigheid, integriteit, idealisme en individualisme. Het verlangen te zijn als alle anderen opent inzichten in de aard van de mens en hoe die zich verhoudt tot zijn medemens, de maatschappij, de geschiedenis en de toekomst. Het kleine en het grote zijn steeds innig met elkaar verweven. Het belang van dat inzicht valt niet te overschatten: ieder van ons draagt verantwoordelijkheid voor het feit dat de wereld is zoals ze is. Piccolo behandelt zwaarwichtige thema’s op een speelse, haast lichtvoetige manier en in een loepzuivere schrijfstijl. Zowel literair als intellectueel biedt dit boek een leeservaring op hoog niveau.

Recensie: Het verlangen te zijn als alle anderen van Francesco Piccolo door Jan Dertaelen.

Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2017
ISBN 9789028427037
304p.

Geplaatst op 11/03/2018

Tags: 'politieke autobiografie', Aldo Moro, Enrico Berlinguer, Francesco Piccolo, Het verlangen te zijn als alle anderen, Italiaanse geschiedenis, Jan Dertaelen, Mara Schepers, Miriam Bunnik, Rode Brigades, Silvio Berlusconi, underdog

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.