Deze 5 schrijvers maken kans op de Boekenbon Literatuurprijs

01/10/2020

Gisteren werd de shortlist van de Boekenbon Literatuurprijs 2020 gepubliceerd. De jury selecteerde vijf werken van Nederlandse en Vlaamse schrijvers die kans maken op de prijs. Onder andere Marcel Möring, Koen Sels, Stephan Enter, Charlotte Van den Broeck en Oek de Jong zijn genomineerd. Op 12 november wordt de winnaar bekendgemaakt.

 

De Boekenbon Literatuurprijs bekroont het beste Nederlandstalige boek van het jaar en kijkt daarbij zowel naar fictie als non-fictie. Uit de longlist van vijftien werken koos de jury gisteren vijf titels die nog kans maken op de prijs. Het gaat om Amen van Marcel Möring (De Bezige Bij), Gloria van Koen Sels (het balanseer), Pastorale van Stephan Enter (Van Oorschot), Waagstukken van Charlotte Van den Broeck (Arbeiderspers) en Zwarte schuur van Oek de Jong (Atlas Contact).

Niet toevallig heeft ook De Reactor het voorbije jaar aandacht besteed aan deze werken. Hieronder vind je een greep uit onze recensies.

 

Waagstukken, Charlotte Van den Broeck

 

Architectuur is niet het werkelijke thema van Waagstukken. Waar het boek echt over gaat, is het falen in het openbaar, de plicht om met niets minder dan de volmaaktheid van een meesterwerk genoegen te nemen en de ondraaglijke confrontatie met de eigen middelmatigheid. Zo ondraaglijk dat de zichzelf toegebrachte dood het enige passende antwoord lijkt. De architecten bewondert Van den Broeck niet per se om hun werk, maar om hun lef: ze volvoeren hun levensgevaarlijke ambitie, hun ‘waagstukken’, in het openbaar. ‘Een architect die faalt in de openbare ruimte, faalt onverholen voor duizenden ogen, en dat gedurende een langere periode in de tijd. Wie zich op het waagvlak van de geschiedenis begeeft, daagt de vergankelijkheid uit.’

Lees hier de recensie van Paul Vermeulen.

 

 

Gloria, Koen Sels

 

Gloria is een bijzonder boek, een bijzonder goed boek, zeker die vijf sterren in De Standaard waard. Hier wordt het autobiografische proza bedreven waar Kim Schoof onlangs nog een knap overzichtsessay over schreef in De Groene Amsterdammer. Toch heeft Sels’ boek een andere ‘energie’ (als ik dat vage woord mag gebruiken) dan de vernieuwende autobiografische fictie die inmiddels de standaard genoemd kan worden. Je zou kunnen zeggen dat het meer geeft aan dan het neemt van de lezer, als dat een criterium mag zijn, omdat het geen moment wil bewijzen dat het beschreven bestaan uitzonderlijk, bewonderenswaardig of taboedoorbrekend is, of een laaglandse versie van Chris Kraus.

Lees hier de recensie van Daniël Rovers.