#ikleesthuis: de leestips van redactielid Sander De Beule

10/05/2020

We leven in bizarre tijden. De laatste tijd is ons dagelijks leven verregaand veranderd. Maar een quarantaine betekent ook meer tijd om te lezen. Leesinspiratie nodig? Hieronder vind je de boekentips van stagiair Sander De Beule.

De meester en Margarita, Michail Boelgakov

Het boek De meester en Margarita van de Russische schrijver Michail Boelgakov (1891-1940) is tijdens een verplicht quarantaineverblijf een ideaal medicijn tegen de verveling. Bij het lezen wil ik alsmaar meer verdwijnen in de wondere magisch-realistische wereld van Boelgakov en verveel ik mij geen moment.

In De meester en Margarita wordt Moskou geteisterd door de duivelse figuur Woland en zijn trawanten: de moordlustige Azazello, de zwarte kater Behemoth, de gekke gebrilde Korovjev en de bloeddorstige heks Hella. Dit carnavalesk groepje tart de Moskouse bevolking, totdat die figuurlijk en letterlijk het hoofd dreigt te verliezen. Een auteur met de naam de Meester schrijft ondertussen aan het relaas van de naïeve zedenprediker Jesjoea Ha-Nostri, die rond het jaar nul berecht wordt voor het verstoren van de orde door een zekere Pontius Pilatus. Samen met zijn geliefde Margarita komt de Meester in contact met het clownesk groepje van Woland.

Boelgakov levert via zijn roman kritiek op zijn tijd. Hij verhaalt zijn tragikomisch absurdistisch relaas op een wonderlijk magische en knotsgekke manier die aanstekelijk is. De meester en Margarita is een meesterwerk dat met geen ander boek te vergelijken is en alleen maar verwondering opwekt. Het absurde gebeuren in De meester en Margarita is vandaag werkelijkheid geworden.

De trein der traagheid, Johan Daisne

In tijden van corona verdwijnt voor velen de druk van alledag. We krijgen verplichte rust voorgeschoteld. Ons leven wordt op pauze gezet – het ideale moment om het korte verhaal De trein der traagheid van Johan Daisne te verslinden.

In een treinreis op een lenteavond, dommelt het hoofdpersonage van De trein der traagheid van Johan Daisne (1912-1978) in. Als hij wakker wordt, is iedereen in zijn wagon ingedut. Tijdens zijn zoektocht naar een vuurtje om zijn tabakshonger te stillen, ontmoet hij de wakkere professor Hernhutter die filosofeert over de dromerige situatie waarin beiden zijn verzand. Beiden beseffen dat de tijd in deze slapende droomwereld stil lijkt te staan.

Tijdens deze periode van sluimering, denk ik vaak aan dit boek van de wonderlijke Gentse schrijver Johan Daisne. De traagheid is ons onbekend tijdens ons stressvolle en drukke leven, waarin we enkel rusteloosheid kennen. Naast de frontstrijders uit de loopgraven van onze samenleving, maken velen onder ons die stilstand vandaag mee. Het boek van Daisne is een surreële ervaring over die traagheid en ideaal om te lezen in tijden van stilstand.

De ogen van de panda, Etienne Vermeersch

In het artikel ‘Corona is alleszins niet de schuld van de vleermuis’ uit MO van Tine Hens, beschrijft de zoöloog Herwig Leirs het verband tussen het verlies van biotopen en het uitbreken van epidemieën. Wanneer leefgebieden worden ontworteld, de biodiversiteit slinkt en wilde dieren vrijuit verhandeld worden, zoeken virussen een nieuwe gastheer en ontstaat de kans op het uitbreken van nieuwe epidemieën. Deze prognose over de impact van de mens op biotopen en biodiversiteit is uitermate actueel.

Bij het lezen van dit artikel in MO dacht ik aan het milieufilosofisch essay van Etienne Vermeersch (1934-2019), waarin Vermeersch zijn ecofilosofische ideeën uiteenzet. De eerste publicatie van De ogen van de panda verscheen in 1988, als resultaat van lezingen in de jaren ’80 over milieuproblematiek. In 2010 verscheen er een herziende uitgave. Vermeersch reflecteert over de omgang van de mens met de natuur, het huidige globaal totaalsysteem en zijn gebreken, het wetenschappelijk-technologisch optimisme, het eindigheidsbesef, het milieuscepticisme, het overbevolkingsprobleem en zoveel meer. De ogen van de panda is een interessante en waardevolle publicatie over milieu-ethiek en een goede inleiding tot ecofilosofie. Het essay is ideaal leesvoer voor ecologische reflectie op onze samenleving.

Sander De Beule (1997) is student Vergelijkende Moderne Letterkunde aan Universiteit Gent en stagiair bij De Reactor.