#ikleestips: 3 leestips van bestuurslid An Blommaert

04/09/2020

We leven in bizarre tijden. De laatste tijd is ons dagelijks leven verregaand veranderd. Maar de coronamaatregelen betekenen ook meer tijd om te lezen. Inspiratie nodig? Hieronder vind je de leestips van bestuurslid An Blommaert.

Het tegenovergestelde van een mens (2017), Lieke Marsman

Dit boek, een prozaïsch verhaal over Ida, de ik-persoon, die uitzoekt hoe een goed mens te zijn en wat het eigenlijk betekent mens te zijn tout court (in het Westen in dit tijdperk) lijkt op momenten haast profetisch, ware het niet dat we al lang weten wat er op ons afkomt. Die spanning onderzoekt Ida: we weten wat er ons te wachten staat. Waarom pakken we dan het klimaatprobleem niet aan? Omdat de mens door en door slecht is? Of net omdat hij goed is en overweldigd wordt? Los van, nee, niet los, maar in, met, rond en via deze filosofische en actueel prangende beschouwingen en de
verhaallijn over Ida en haar relatie met en tot haar lief Robin, ontvouwt zich een vertelling over hoe de mens zich verhoudt tot de ander. Die ander is in het verhaal de geliefde, maar naarmate het verhaal vordert, wordt de ander ook de natuur, het dier, het klimaat en de aarde. Zo ontstaat een beeld over hoe de (morele) aard van de mens ons leidt naar de catastrofe waar we nu voor staan.

Wat Marsman er precies over schrijft, wil ik hier niet weggeven, maar hoe ze erin slaagt in verschillende vormen (poëzie, essayistiek, citaten en proza) de toestand van het menszijn en de ‘mens en zijn omgeving’ te beschrijven is zonder meer adembenemend. Met enkele rake en welgemikte omschrijvingen wordt een hele wereld opgeroepen. Het is net haar taal in dit boek die me zo raakt en me nabij de verteller doet voelen. Iets wat haar uiteenzetting over de mens en zijn taal des te pakkender maakt, want taal laat het gat tussen jou en je geliefde groeien, zo legt ze uit.

De eenzaamheid verdrijven met dit boek, het is haast mèta.

Over Het tegenovergestelde van een mens kun je meer lezen in dit signalement van Max Urai.

Judas (2019), Amos Oz

Deze roman over verraad en liefde vertelt het verhaal van Sjmoeël Asj, een jongeman die zijn studie over Jezus in de ogen van de Joden en de rol van Judas Iskariot voortijdig afbreekt. Hij ziet een geheimzinnige advertentie die onderdak, eten en een beetje geld aanbiedt in ruil voor het gezelschap houden van een oude man. Zo komt Sjmoeël terecht bij Gersjom Wald en de aantrekkelijke Atalja en begint een vreemd hoofdstuk in zijn leven.

Het boek lijkt me geweldig gezelschap tijdens deze quarantaine: Sjmoeël, die niemand mag inlichten over zijn vreemde baantje, is eenzaam en probeert zijn weg te vinden in het leven, nu zijn studie voorbij is. Die zoektocht, zijn diepe gesprekken met Gersjom en de essays in de roman over Jezus in de ogen van de Joden en het (prachtige!) onderzoek naar Judas, de discipel die wellicht het meeste geloofde in Jezus als ‘Zoon van God’, nodigen uit tot introspectie en beloven daarbij toch een bepaalde weidsheid, een uitbreiding van de mogelijkheden die het leven je aanreikt. Daarom raakt de roman in quarantainetijden des te meer. Komt daarbij dat de verschillende elementen in de roman, namelijk het jodendom, het christendom, Israël en het Zionisme, de roman op zoveel lagen laten werken dat het een plezier is om je erin te verdiepen.

Over Judas lees je meer in dit signalement van Judith van der Wel.

Vincent van Gogh. De biografie (2011), Steven Naifeh en Gregory White Smith

Vincent van Gogh. De biografie heeft twee dingen mee waarvan ik houd: het is een biografie én het is dik. Nu lijken dat op het eerste gezicht misschien wel de minst belangrijke en te algemene elementen van een boek om er iets zinnigs mee aan te vangen, en dat is op zich waar. Mijn voorliefde voor biografieën laat zich niet uitleggen, hoewel de zoektocht naar een ander leren kennen en de droom van een groots en/of meeslepend leven er wel voor iets tussen zullen zitten.

Mijn voorliefde voor dikke boeken kan ik iets gemakkelijker verklaren: ik houd gewoon van heel erg lang eenzelfde boek te lezen, eenzelfde goed boek, welteverstaan. Een boek lezen is ook ervan afscheid nemen en als het boek je helemaal meeneemt en je op alle punten bevredigt, is het afscheid ervan voor mij dikwijls te zwaar. Daarom stel ik dat afscheid graag uit en dikke boeken maken dat eenvoudiger. Bovendien hebben ze het voordeel dat ze lang met je meereizen, je zelfs mee vormen, zodat je, als je ze in je boekenkast ziet staan, meteen een tastbare herinnering hebt aan de periode waarin je ze las, de lessen, de schoonheid, de verrassing die je erin vond. Nu kunnen dunne boeken dat ook en ik lees ze zeker ook, maar een dik boek herbergt die belofte door zijn vorm alleen al.

Dat is meteen een van de vele redenen waarom ik deze kanjer aanraad: in quarantaine je laten meeslepen door één geweldig boek dat je loszingt van de deprimerende realiteit en dat misschien pas uit is als de strengste maatregelen achter de rug zijn en we weer wat meer vrijheid kunnen proeven. De belangrijkste reden is natuurlijk dat het gaat over Van Gogh (ik lees heus geen biografieën van mensen die me niet boeien). Van Gogh was niet alleen fascinerend omdat hij prachtige schilderijen heeft gemaakt, maar omdat hij een rare, nare snuiter was. Iemand die haast niet anders kon dan zich niet plooien naar de normen en verwachtingen van zijn tijd. Dat op zich is al voldoende stof voor een biografie, maar het mooie aan dit boek is dat de auteurs erin slagen met warmte en respect te schrijven over Van Gogh. Dat lijkt logisch en eigenlijk te verwachten van een serieuze schrijver, maar er zijn zoveel mislukkingen in Van Goghs leven en hij was zo eigenaardig, dat het een krachttoer is om de mens Van Gogh te blijven tonen en niet ‘le fou’, de gek. De passage over zijn zelfverminking is met zoveel mededogen geschreven dat je nooit nog hetzelfde kunt kijken naar spottende prenten en memes daarover. De auteurs blinken ook echt uit wanneer ze andere mensen en hun psyche, gedragspatronen en achtergrond tegenover die van Van Gogh stellen en zo laten zien waar de relatie van Van Gogh met die mensen misloopt. Het prachtigste vind ik echter wanneer ze in de analyses van zijn werken de mens Van Gogh en de kunstenaar Van Gogh samenbrengen. Een kunstwerk werd zelden zo ontbloot.

Bio

An Blommaert (1983) werkt als redacteur bij Lefebvre Sarrut Belgium. In haar vrije tijd is ze onderzoeker en secretaris van het Paul van Ostaijengenootschap en organiseert ze optredens in Antwerpen met het collectief The City Is Dead. Daarnaast verdiept ze zich in het leven van Emma Clement, de vriendin van Paul van Ostaijen, om een studie over haar te maken, en in Kafka, voor het plezier.