Geschiedenis, Signalement

Demasqué van de liberale retoriek

De grote mythen van de moderne geschiedenis

Jacques Pauwels

Geschiedwetenschap levert ons geen definitief beeld van ‘hoe het eigenlijk is geweest’. Het is een voortdurende praktijk van interpretatie van feiten en bronnen, van deconstructie en revisionisme. Machiavelli wist al dat de strijd om interpretatie een politieke strijd is. De voornamelijk in Canada werkzame historicus Jacques Pauwels voegt hier in het zog van Marx aan toe dat het vooral de machtigen der aarde zijn die hun versie van de geschiedenis kunnen doordrukken. Eerder illustreerde Pauwels dit in zijn boek Big business met nazi-Duitsland (2009) treffend met een voorbeeld van de zestigste verjaardag van de landingen van de troepen in Normandië. Ter gelegenheid hiervan waren op de Amerikaanse televisie voortdurend commercials van General Motors te zien, waarin het autoconcern zichzelf lauwerde als wapenleverancier van de geallieerde troepen. Over het feit dat het bedrijf eveneens nazi-Duitsland allerhande aan oorlog gerelateerde goederen verschafte, werd in de spots vanzelfsprekend niet gerept. Overigens kwam die landing, volgens Pauwels, er uiteindelijk maar om te verhinderen dat de Sovjet-Unie met het grootste deel van de koek zou gaan lopen en niet zoals de mythe van the good war het wil om de idealen van vrijheid, recht en democratie in Europa te restaureren.

Het is dit van klassenbelangen doordesemd, doch inmiddels conventioneel geworden geschiedenisonderricht waar Pauwels zich in De grote mythen van de moderne geschiedenis tegen afzet. In dit werk, waarin hij zijn bevindingen uit vorige boeken met elkaar verbindt, overschouwt hij met een arendsblik maar ook sterk ingekleurd de moderne geschiedenis. Met de in 2018 overleden Italiaanse marxistische historicus Domenico Losurdo – aan wie het boek opgedragen is – stelt Pauwels vast dat de financieel-economische elite in de loop van de geschiedenis telkens weer aanstuurt op oorlog om op die manier revolutie en dus maatschappelijke verandering de kop in te drukken.

Dit patroon van revolutie en oorlog indachtig vangt Pauwels zijn boek aan met het weerleggen van de volgens hem wijdverbreide notie dat Robespierre een bloeddorstig monster was en Napoleon een grote held. Door de Franse Revolutie via oorlog naar het buitenland te exporteren, smoorde Napoleon de meer egalitaire uitdieping hiervan – die Robespierre voor ogen stond – en bleef deze steken in een revolutie die vooral de belangen van de hogere burgerij behartigde. Om een omverwerping van de heersende orde te vermijden, kwamen de adel en de burgerij in 1914 wederom bij oorlog terecht. Dit was geen oorlog vóór de democratie –  zoals president Woodrow Wilson beweerde toen hij de Amerikanen de oorlog inloodste – maar een oorlog tegen de democratie. Oorlog, stelt Pauwels, moest de democratisering tegenhouden en zelfs terugschroeven. Door de trom van militarisme en nationalisme te roeren kon de elite de traditionele verhoudingen in ere herstellen en het internationaal gerichte proletariaat tegen elkaar uitspelen. Met het vooruitzicht van verovering van gebieden en de belofte van vitale grondstoffen, goedkope arbeidskrachten en nieuwe afzetmarkten kon oorlog bovendien de economische uitdagingen oplossen die het gevolg waren van de onderlinge concurrentie tussen de imperialistische mogendheden. De Eerste Wereldoorlog, aldus de auteur, was dus zeker geen onvoorzien en ongewenst ongeluk van de geschiedenis, maar werd bewust uitgelokt omwille van economische motieven en om het spook van de revolutie te verdrijven.

Verderop legt Pauwels uit hoe Duitse industriëlen en bankiers Hitler aan de macht brachten en hoe aan de overkant van de oceaan het idee leefde dat de VS met de verkeerde bondgenoot tegen de verkeerde vijand vochten. Het informele partnerschap tussen het Amerikaanse en Duitse imperialisme manifesteerde zich dan ook in de lucratieve samenwerking tussen bedrijven uit beide landen. Pauwels omschrijft het als de ironie van de geschiedenis dat de overwinning van de Sovjets op de nazi’s het mogelijk maakte dat de VS als grote overwinnaar uit de oorlog tevoorschijn kwamen en via de Koude Oorlog Hitlers droom om de Sovjet-Unie op de knieën te krijgen, konden realiseren. Die val van de Sovjet-Unie betekende zijns inziens geen triomf, maar een catastrofe voor de democratie ‘in de landen van het vroegere Oostblok, waar een kapitalistisch profitariaat kon feestvieren terwijl het proletariaat het gelag betaalde; in de derde wereld waar pogingen om een waarlijk onafhankelijk economische koers te varen via oorlog neergeslagen worden; en last but not least in West-Europa, waar de welvaartsstaat wordt ontmanteld.’

In zijn demasqué doorprikt Pauwels overtuigend de liberale idealistische retoriek waarmee in de westerse geschiedschrijving economische en geostrategische belangen opgetuigd worden. Tevens schetst hij een meer genuanceerde geschiedopvatting van het communisme. In zijn lofzang op de emancipatorische verwezenlijkingen van de revolutie in 1917 betoont hij zich echter onmiskenbaar te coulant ten aanzien van de rode terreur. De in de naam van het revolutionaire socialisme begane misdaden worden voornamelijk toegeschreven aan interne druk en de onophoudelijke buitenlandse dreiging die de Sovjet-Unie sedert haar oprichting diende te trotseren. Daarenboven laat Pauwels het beeld van Stalin als triomfator over nazi-Duitsland te nadrukkelijk prevaleren boven dat van Stalin als massamoordenaar. Naast dit blokdenken kan je je ook niet van de indruk ontdoen dat de auteur door het format van het boek enkele mythen enigszins opklopt om ze vervolgens beter te lijf te kunnen gaan. Zo lijkt me de houding onder historici ten aanzien van Napoleon doorgaans ambivalenter dan ons in het boek wordt voorgehouden. Voorts is de these dat we als slaapwandelaars de oorlog zijn binnen gesukkeld nog lang geen gemeengoed. Het boek van de Australische historicus Christopher Clarke (The Sleepwalkers: How Europe Went to War in 1914) zorgde bij zijn verschijning in 2012 voor behoorlijk wat controverse. Leerden we trouwens op de schoolbanken al niet dat de Groote Oorlog er door de stuwende kracht van het imperialisme onvermijdelijk zat aan te komen? Dat gezegd hebbende: De grote mythen van de moderne geschiedenis is een uitdagend boek, boordevol ter zake doende informatie die een ander licht op de geschiedenis doet schijnen.

Recensie: De grote mythen van de moderne geschiedenis van Jacques Pauwels door Frederik Polfliet.

EPO, Berchem
ISBN 9789462671423
268p.

Geplaatst op 02/12/2019

Tags: De grote mythen van de moderne geschiedenis, Domenico Losurdo, Franse Revolutie, Geschiedenis, Jacques Pauwels, Jozef Stalin, Maximilien de Robespierre, Napoleon, oorlog

Categorie: Geschiedenis, Signalement

Naar boven

Reacties

  1. Frederik Polfliet

    Voor belangstellenden: voor Vrij Nederland ging ik in gesprek met de auteur, zie hiervoor
    https://www.vn.nl/geschiedenis-jacques-pauwels/

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.