Geschiedenis, Signalement

Genese van een gewraakte groet

Sieg Heil!

Van mythische groet tot verderfelijke ideologie

Gie van den Berghe

In Sieg Heil! Van mythische groet tot verderfelijke ideologie kapt Gie van den Berghe, specialist op het gebied van het Derde Rijk, de Holocaust en de nazikampen, zich een weg door het kreupelhout van onze hedendaagse perceptie en ons stereotiep denken om de Hitlergroet aan een nader onderzoek te onderwerpen. De Romeinen kenden dit door hen geïnspireerd saluut niet, maar toch waren de nazi’s lang niet de eersten die de groet brachten. ‘Voordat de fascistenleider Benito Mussolini in 1920 de groet tot een fascistisch gebaar transformeerde, was er niks mis met dit mooi en positief gebaar.’ In een opmerkelijk en oogstrelend fotoboek rehabiliteert Van den Berghe een ooit wijdverbreide en zelfs eerzame groet.

 

Inspiratie uit de oudheid

In augustus 2020 – een jaar waarin wel meer beelden ter discussie werden gesteld – werd een bronzen standbeeld van een atleet met gestrekte rechterarm van zijn sokkel gehaald bij het Olympisch stadium in Amsterdam. Met dit beeld bracht beeldhouwster Gerharda Rueb in 1928 hulde aan baron Frits van Tuyll van Serooskerken, die de Olympische Spelen naar Amsterdam wist te brengen. Het weghalen van het beeld van een man die de Olympische groet uitbrengt, toont aan dat het vandaag zo goed als onmogelijk is geworden om deze sportief bedoelde groet niet te associëren met de kwalijke reputatie van het fascisme en het nazisme. Het verleden bestuderen is nooit neutraal. Met onze kennis en opvattingen van achteraf bekijken we het verleden onvermijdelijk gekleurd en vervormd. Met Sieg Heil! maakt Van den Berghe het aanschouwelijk hoe moeilijk het is om dit interpretatiekader aan de kant te zetten. Met een schat aan beeldmateriaal  tracht hij de verguisde groet laagje per laagje van zijn beladenheid te ontdoen.

In het jaar 1924, waarin Hitler de door Mussolini in 1920 gelanceerde fascistische groet eveneens in Duitsland invoerde, brachten verscheidene nationale delegaties een gelijkaardige groet op de Olympische Spelen in Parijs. De fascisten en nazi’s deelden met de aanhangers van de Olympische idee hun adoratie voor de klassieke oudheid en de lichaamscultuur in het bijzonder. Zowel Mussolini als Hitler putten rijkelijk uit de oudheid om hun regime te legitimeren en hun ideologie uit te dragen. Toch werd de saluto romano naar alle waarschijnlijkheid door geen Romein ooit gebracht. Van den Berghe stelt dat geschiedkundigen het erover eens zijn dat uit geen enkele afbeelding of tekstfragment valt af te leiden dat mensen in de Romeinse Republiek of het Romeinse Keizerrijk elkaar met een geheven arm begroetten. Hij situeert de oorsprong van de groet met gestrekte arm in het achttiende-eeuwse Frankrijk.

 

Kunstzinnige vondst

Door toedoen van de kunsttheorieën van Johann Joachim Winckelmann (1717-1768) kwam er in de achttiende eeuw een herwaardering van de kunst uit de klassieke oudheid tot stand. Ook voor de schilder Jacques-Louis David (1748-1825) bewerkstelligde dit een soort artistieke bekering. In 1784 reisde David naar Rome af om er zijn eerste grote meesterwerk te schilderen. Het doek was besteld door het hof van Lodewijk XVI met de bedoeling via de kunsten de publieke moraal te bevorderen. Op Davids schilderij De eed van de Horatii krijgen we de drie broeders Horatius te zien die heroïsch besluiten hun leven te offeren voor het vaderland. Van den Berghe laat via voorbereidende studies en schetsen mooi zien hoe de groet – later hét symbool van het absolute kwaad – geboren wordt als een compositorische trouvaille. Opdat de broers hun eed zouden kunnen brengen én zich tegelijkertijd zouden kunnen richten naar de door de vader aangereikte zwaarden, verzon David het armgebaar dat als de Romeinse groet bekend zou komen te staan. Enkele jaren later ontsnapte David – propagandist van de Franse Revolutie en vertrouweling van Robespierre – ternauwernood aan de guillotine en maakte vervolgens furore als hofschilder van Napoleon. Van den Berghe toont ons, veelzeggend, een schilderij uit 1810 waarop het leger met geheven armen trouw zweert aan Napoleon.

De via David gelanceerde ‘Romeinse’ groet raakte alomtegenwoordig in de Verenigde Staten van Amerika, waar ze in allerhande theaterstukken, shows over het oude Rome, en later in films als Quo vadis (1951) en Ben-Hur (1959) werd gebruikt. Beelden en verhalen over de opkomst en neergang van het Romeinse Rijk speelden van meet af aan een belangrijke rol in de opvattingen van Amerikanen over zichzelf en hun geschiedenis, weet Van den Berghe. Veel Amerikaanse Grand Tourists begonnen traditiegetrouw hun culturele rondrit door Europa in Parijs. Zo vergaapten ze zich in het Louvre aan Davids Eed van de Horatii.

Dit Amerikaanse gedweep met het Romeinse Rijk sloop ook binnen in hun patriottische programma. Zo ontwierp Francis Bellamy, een voormalig predikant, de begroeting met geheven en gestrekte arm gericht naar de Amerikaanse vlag. In de jaren 1930 zorgde de gelijkenis met de fascistische groet voor consternatie, maar de Bellamy Salute, een deel van de Pledge of Allegiance, werd pas in december 1942 vervangen door het rechterhand-op-het-hart-gebaar. Dat is dus meer dan een jaar nadat de VS door de aanval op Pearl Harbor bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte, constateert Van den Berghe. Met deze kennis in ons achterhoofd moet het ons dan ook niet verwonderen dat in dit boek foto’s te zien zijn van met de rechterarm groetende zwarte en Joodse schoolkinderen. Maar ook aan de andere kant van de Atlantische Oceaan was de groet sterk ingeburgerd in allerlei middens, bijvoorbeeld bij verschillende katholieke (jeugd)verenigingen. Zo opent Van den Berghe zijn boek met een grote foto van een ansichtkaart uitgebracht naar aanleiding van de wereldtentoonstelling in Brussel in 1935. Hierop zien we aan het hoofd van een processie met priesters en padvinders kardinaal Jozef Van Roey die door vrouwelijke omstaanders begroet wordt met schuin geheven gestrekte rechterarm. Hitler had toen toch al zo’n twee jaar de macht overgenomen in Duitsland.

 

Kritisch leren kijken

Van den Berghe benadrukt in Sieg Heil! ook de rol die de groet vervulde in de nazificatie van de Duitse samenleving. Want nader beschouwd was de Hitlergroet niet alleen een uiting van loyaliteit en de juiste gezindheid, maar had deze ook een zekere religieuze dimensie: in het uitspreken van het heil over Hitler zit ook een bede om door hem gezegend te worden. Reeds in 1926 was de groet verplicht voor leden van de nazipartij en vanaf 1933 voor alle Duitsers. Joden mochten de Hitlergroet vanaf 1937 dan weer niet meer brengen. Tijdens de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn werden de gelijkenissen tussen de Olympische groet en de Hitlergroet duidelijk. Om die reden besloten ook aardig wat landen om de Olympische groet niet langer te brengen en zich zo van het nazisme te distantiëren. Voor sommigen was het ook geriefelijk schuilen achter de verwarring omtrent de groet. Zo wijst Van den Berghe op de Vlaamse activisten die na de Tweede Oorlog hun extreemrechtse groet nog vergoelijkend als de Artevelde-groet betitelden, hierbij verwijzend naar de Vlaams-nationalistische voorgangers die in 1918 ten tijde van de geproclameerde zelfstandigheid van Vlaanderen op de Vrijdagmark in Gent nabij het standbeeld van Jacob van Artevelde met geheven gestrekte arm de eed van trouw aan Vlaanderen aflegden. Van Artevelde brengt echter geen groet, hij wijst richting Engeland, merkt de auteur op.

Is het allemaal nieuw of baanbrekend wat Gie van den Berghe in Sieg Heil! vertelt? Hij formuleert geen radicaal nieuwe bevindingen en wellicht had hij nog wat nader kunnen ingaan op de actuele manifestaties van de nazigroet en fenomenen als de quenelle en de Kühnen-groet. Maar dit neemt niet weg dat de auteur erin geslaagd is om zijn onderwerp zeer uitgebreid te documenteren, vaak met haarscherpe en zeldzame/unieke illustraties. Dit geeft aan de publicatie een bijzondere waarde. Bovendien overstijgt Van den Berghe de op zich al waardevolle geschiedschrijving door een grondige demonstratie van oordeelkundige omgang met historisch beeldmateriaal. Het boek leent zich dan ook als een grote case study, uitstekend geschikt voor het aanscherpen van kritisch kijken en denken in het onderwijs. Met nuance en oog voor complexiteit terugkijken naar het verleden is in tijden van framing en nepnieuws een manier om onze geest alert te houden in het heden.

 

Recensie: Sieg Heil! door Gie van den Berghe

EPO, Antwerpen, 2020
ISBN 978 94 6267 2024
192p.

Geplaatst op 27/01/2021

Tags: Adolf Hitler, Benito Mussolini, Gie van den Berghe, Hitlergroet, Jacques-Louis David, Romeinse groet, Sieg Heil!

Categorie: Geschiedenis, Signalement

Naar boven

Reacties

  1. Ida Verhaeghe

    Ja, een heel boeiend boek!! Ik lees het niet van het begin tot het einde in één ruk. Maar neem het regelmatig ter hand om een stuk te lezen.
    Het heeft mij al veel inzicht gegeven!!

    Beantwoorden

  2. Martin Nauta

    Het is frustrerend om te moeten erkennen dat ik blijkbaar bar weinig van de geschiedenis weet, dit terwijl ik dacht aardig wat te weten. Dit blijkt vaak geen kennis van geschiedenis te zijn maar vooroordelen, verkeerde interpretaties, manipulaties et cetera. Waarschijnlijk zal ik de werkelijke geschiedenis zoals die ontstaan is op het moment voordat het geschiedenis werd, nooit doorgronden of kennen.

    Beantwoorden

  3. Bert

    Ik wil dat boek ook lezen. Waar kan ik dat kopen?

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.