Proza, Recensies

Lof van de nevel

De pijnboomeilanden

Marion Poschmann

De Duitse schrijfster Marion Poschmann (°1969) publiceert zowel poëzie als proza en vat beide genres graag samen als Dichtung. Anders dan bijvoorbeeld de epistemologie zoekt Dichtung volgens Poschmann niet naar de wetmatigheden van inzichten of de objectiveerbare grenzen van kennis. Dichtung exploreert veeleer de paradox tussen weten en niet-weten en de onzekerheid van wat als zeker geldt. Vooral de empirie, de zintuiglijke waarneming en de eigen ervaring als basis van het weten, zet Poschmann op losse schroeven. Wat op het eerste gezicht kenbaar lijkt, onttrekt zich aan de analyse; wat letterlijk voor de hand ligt, wordt onvatbaar. Vooral in de bundel Geistersehen (2010) exploreert ze in minutieus geconstrueerde gedichten de complexe en vaak onbetrouwbare verhouding tussen uiterlijke waarneming en innerlijke beleving, tussen directe zintuiglijkheid en distantiërende redelijkheid, en de onzekere status van zowel het lyrische ik als de wereld waartoe het zich verhoudt. In haar dankrede voor de Peter Huchel-prijs die ze in 2011 voor deze bundel ontving, zingt Poschmann de ‘lof van de nevel’ als een fluïde aggregatietoestand waarin waarheid of wezenlijkheid misschien even kan oplichten. Een selectie uit deze bundel werd in 2015 in een vertaling van Erik de Smedt uitgegeven bij de Maastrichtse Azul Press.

Voor haar poëtica van de nevel vindt Poschmann in de roman De pijnboomeilanden een verhalende vorm die aanleunt bij het genre van de professorenroman. Die verbinding is verrassend. Vaak berust het genre immers op stereotiepe karaktertekeningen of speelt het gretig in op het verlangen naar schandaal en onthullingen. Maar met de vraagtekens die het genre plaatst bij de hoedanigheid van kennis, past het best goed bij Poschmanns poëtica. Immers, vaak wordt het personage van de professor geconfronteerd met een crisissituatie die zijn wetenschappelijke status en beroepsmatige zelfzekerheid helemaal onderuithaalt. Die crisissen behelzen nagenoeg altijd het ‘echte’ leven, dat de professor overvalt in de vorm van liefde, seks, intriges, ziekte of geweld en waartegen hij niet is opgewassen. Ondanks al zijn kennis is het personage, bijna altijd een man overigens, in zekere zin niet levensvatbaar, of hij wordt dat pas weer als hij het voorlopige karakter van de wetenschap heeft ingezien.

Het begin van De pijnboomeilanden verwijst expliciet naar die conventionele plotstructuur. In de openingsscène verlaat ‘bijzonder hoogleraar’ Gilbert Silvester in een vlaag van verterende jaloezie zijn vrouw Mathilda, een succesvolle pedagoge die hij verdenkt van ontrouw met een jonge assistent. Silvester vliegt naar Japan, per toeval, want hij neemt gewoon de ‘vroegste intercontinentale vlucht die hij op zo’n korte termijn had kunnen boeken’. Zijn impulsieve reis beschouwt hij als een poging om afstand te nemen van al het vertrouwde in zijn leven; dat hij dat in Japan kan doen, ‘de onbekendste omgeving die je maar kon bedenken’, is voor hem dan ook een toevalstreffer.

Met de initiële karaktertekening van Silvester haalt Poschmann het beeld van de succesvolle hoogleraar meteen onderuit. Silvester is geen belangrijke wetenschapper maar een kleurloze onderzoeker die van project naar project sukkelt. Zijn frustratie over de veel jongere collega’s die hem voorbijsteken heeft inmiddels plaatsgemaakt voor onverschilligheid en hij is zelfs gaan houden van het ietwat obscure onderwerp waarmee hij zich binnen de masculinity studies al jaren bezighoudt: baardmode en godsbeeld in religieuze kunst. Zijn onbeduidendheid speelt hem mogelijks ook parten op relationeel vlak; van enige erotische aantrekking op zijn omgeving is geen sprake. Silvesters wereldvreemdheid neemt bovendien al van bij het begin extreme proporties aan: zijn plotse jaloezie en achterdocht zijn niet op feiten gebaseerd maar berusten op een droom over ontrouw, een droom die zeer werkelijk aanvoelt en die hij maar al te graag voor waar aanneemt.

Met de reis naar het onbekende Japan ruilt Silvester niet alleen zijn kleurloze bestaan in voor een sprong in het ongewisse; hij zal gaandeweg ook tot de vaststelling komen dat al zijn kennis hem geen toegang tot de realiteit verschaft en ook zijn beoogde innerlijke, spirituele reis niets nuttigs oplevert. De reis door Japan wordt in alle opzichten een reis door het land van de nevel. Want Japan vormt hier niet zozeer een land vol onbegrijpelijke tekens en bevreemdende rituelen; veeleer bevindt Silvester zich in een wereld die zich aan een onderscheidende waarneming tout court onttrekt. Niet alleen is de iconische berg Fuji steevast in regen en mist gehuld, wat de vraag oproept of hij er dan wel is; ook de beroemde bloesems van het Ueno-park in Tokio zijn niet te zien en de Japanse steden en landschappen worden steevast als ‘karakterloos’, ‘doodnormaal’ of ‘onbeduidend’ ervaren. De moderne tijden hebben de oude landschappen en bezienswaardigheden uitgewist. Dat Silvester met zijn reis de legendarische voettocht van de zeventiende-eeuwse haiku-dichter en leermeester Matsuo Basho naar het noorden van Japan wil overdoen, lijkt dan ook bij voorbaat een vergeefse onderneming. Of toch ook niet? Want de poging om aan al het wereldse te verzaken – het doel van Basho én van Silvester – lijkt tijdens die reis wel te slagen: in die volkomen oninteressante omgeving geeft Silvester noodgedwongen de wens om te zien en te kennen op en beweegt hij zich nog slechts in de ruimte van het niets. En dat is wel degelijk een oefening in versterving, een ‘leren sterven’, zoals Silvester zich precies in het midden van de reis realiseert.

Silvester onderneemt de reis niet alleen. Nog in Tokio ontmoet hij bij toeval een Japanse student, Yosa, die op het punt staat zich voor een trein te gooien. Dat Silvester hem aanspreekt, weerhoudt hem van zijn wanhoopsdaad. En meteen heeft Silvester ook een doel in Japan: hij zal Yosa, die met een handboek op zak de meest geschikte plek voor zelfdoding zoekt, op zijn zoektocht als een mentor begeleiden in de hoop hem op andere gedachten te brengen. Ook met die constellatie kopieert hij de dichter Basho, die zijn reis ondernam in het gezelschap van een van zijn discipelen. Met deze compagnon de route aan zijn zijde krijgt Silvesters reis extra spanning: zijn eigen streven naar innerlijke versterving wordt geconfronteerd met het verlangen van zijn reisgezel naar een daadwerkelijke dood.

Het reizende duo geeft de roman niet alleen een complexere filosofische lading. Poschmann brengt er ook absurde humor mee binnen in de tekst. Het ongelijke paar, dat bovendien slechts in gebrekkig Engels met elkaar kan communiceren, lijkt haast op een existentiële manier tot elkaar veroordeeld. Morbide, hilarisch en tegelijk ontroerend is de passage waarin ze letterlijk aan elkaar vastgebonden de nacht doorbrengen tussen de resten van zelfmoordenaars in een pikdonker ‘zelfmoordbos’, nadat ze er de weg zijn kwijtgeraakt en niet ook nog eens elkaar willen verliezen. Yosa neemt voor Silvester gaandeweg meer en meer de gedaante van een luchtspiegeling aan: ongrijpbaar, geregeld in witte stoom (na een hete douche bijvoorbeeld) gehuld, tot ze elkaar volledig uit het oog verliezen en Yosa als het ware in lucht is opgelost. Yosa lijkt ook een persiflage van Silvesters eigen betrachtingen: zijn aanwezigheid confronteert de professor keer op keer met zijn eigen onwetendheid of de futiliteit van zijn kennis. Zelfs het onderwerp van Silvesters onderzoek lijkt Yosa te persifleren: elke ochtend kleeft hij zich een nep-sikje op. En Silvesters oprechte en onbaatzuchtige zorg om Yosa wordt door de auteur van een ferme knipoog voorzien: bij Yosa’s familienaam, Tamagotchi, is het haast onmogelijk om niet aan het virtuele Japanse huisdiertje met dezelfde naam te denken, dat eind jaren negentig met wereldwijd succes als speelgoed op de markt werd gebracht. Een volgehouden zorg door de eigenaar garandeert een lange levensduur van het ‘sterfelijke’ toestelletje.

De pijnboomeilanden in de baai van Matsushima, ‘de mooiste plek van Japan’, vormen het uiteindelijke doel van de reis. Hun ‘verwoestende schoonheid’ maakte Basho sprakeloos, zo wil de overlevering. En voor Yosa verbeelden ze de ultieme zelfmoordplek. Uiteindelijk zal Silvester ze alleen bereiken. Yosa is dan al letterlijk uit het zicht verdwenen en Silvester lijkt ook zelf zijn menselijke contouren te hebben verloren: hij komt in Matsushima aan als een ‘uit de vorm gegleden, glanzende puddingfiguur’, aldus de geamuseerde verteller. In een regio die zwaar door de tsunami van 2011 werd getroffen, hebben de eilandjes als laatste bakens van schoonheid standgehouden. Nog wanneer Silvester onder een van de beroemde pijnbomen zit, vraagt hij zich af of hij ze echt kan zien. Maar als hij zijn ogen sluit, heeft hij voor het eerst vrede met de volslagen onbeduidendheid en nutteloosheid van het moment.

Rond de ogenschijnlijk banale besognes van haar hoofdpersonage heeft Poschmann een subtiele filosofische vertelling geconstrueerd. Haar poëtica van de nevel werpt fenomenologische en taalfilosofische vragen op over empirische waarneming en de omzetting ervan in het poëtische woord. Bovenal ruilt ze de scherpe en harde randen van de vermeende wetenschappelijke eenduidigheid in voor de rijke schakering van de wazige waarneming. Zo onderbreken beschrijvingen van boomkruinen, van de oneindige kleurnuances van de bladeren en de veelvormigheid van de vertakkingen, telkens opnieuw het reisverhaal. Daarmee onttrekt de auteur het verhaal ook aan een voor de hand liggende typologische indeling. De schema’s van de professorenroman maar ook van het oriëntalistische reisverhaal worden aangestipt en weer losgelaten. En de thema’s van de zelfdoding, de zorg om de ander en het verraad in de liefde, die de onderzoeker als existentiële vraagstukken uit zijn comfortzone halen, ontwikkelen zich als een lichtvoetige en geestige oefening in versterving.

Recensie: De pijnboomeilanden van Manon Poschmann door Inge Arteel.

Ambo/Anthos, Amsterdam, 2018
ISBN 9789026343421
173p.

Geplaatst op 14/06/2019

Tags: De pijnboomeilanden, Japan, Marion Poschmann, Matsuo Basho, Reisverhaal, Taalfilosofie, Zelfmoord

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.