Proza, Recensies

Procrastinatie voor gevorderden

De poort

Natsume Soseki

De nieuwe uitgeverij Karakters — een zijproject van het gelijknamig literair platform dat gelanceerd werd in het voorjaar van 2018 — wil per jaar drie ondergesneeuwde klassiekers uit de wereldliteratuur opnieuw op de markt brengen. De eersteling van dit nobel initiatief is meteen een hoogvlieger: De poort (1910) van de Japanse gigant Natsume Soseki (1867-1916).

Soseki geldt tot op vandaag als de vader van de moderne Japanse literatuur. Ruim honderd jaar na zijn dood blijft hij bijzonder populair in eigen land, mede dankzij Haruki Murakami, die Soseki meer dan eens zijn favoriete auteur noemde en zodoende tientallen vertalingen initieerde. Het belangrijkste deel van zijn romanoeuvre schreef Soseki tussen 1905 en 1916. Zijn satirische debuutroman Ik ben een kat (1905) was een ongeziene triomf, een succes dat hij wist te verlengen met romans als Botchan (1906), De poort (1910) en Kokoro (1914).

Bijzonder is dat Soseki vanaf 1907 als voltijds auteur in dienst trad bij de op een na grootste krant van Japan, Asahi Shimbun, die verschillende van zijn romans in dagelijkse afleveringen publiceerde. Asahi Shimbum stuntte in 2014 door Kokoro opnieuw als feuilleton te brengen, net zoals de krant ten tijde van de eerste uitgave een eeuw vroeger had gedaan. De reacties waren dermate positief dat ook andere werken van Soseki aan de beurt kwamen. Zo hield De poort vanaf september 2015 de Japanse lezers andermaal in de ban.

 

Lethargie en verlichting

In een uitgebreid nawoord legt vertaler Luk Van Haute uit waarom De poort zo’n belangrijk werk is in het oeuvre van Soseki en geeft hij belangrijke maatschappelijke en biografische context mee over de ontstaansgeschiedenis van de roman. De poort wordt door literatuurvorsers vaak beschouwd als het slotdeel van een trilogie, met als voorgaande delen Sanshiro (1908) en Sorekara (1909), hoewel Soseki zelf nooit van een drieluik gewag heeft gemaakt. Dat de drie romans gezien worden als een geheel, ligt vooral aan het feit dat ze een aantal typische Soseki-thema’s delen: het conflict tussen plicht en verlangen, tussen individu en samenleving, tussen moderniteit en traditie, versterkt door hiermee gepaard gaande schuldgevoelens.

De poort uit de titel verwijst niet alleen naar de letterlijke ingang van een tempel, maar ook figuurlijk naar de toegang tot verlichting, de innerlijke wijsheid van satori, het ‘begrijpen’ en het ‘zien van de eigen ware aard’. Soseki verbindt bovendien op een originele manier het zenfilosofische poort-begrip met Friedrich Nietzsches ‘poort van de eeuwige wederkeer’ in Aldus sprak Zarathoestra (1883-1885). Satori is hoe dan ook de verzaligde toestand waarnaar Sosuke, de protagonist van De poort, op zoek is.

Sosuke is een slome ambtenaar van middelbare leeftijd die in zijn studentenjaren uit liefde trouwde met Oyone. Na jaren omzwervingen hebben de twee zich gevestigd in een armoedig huurhuis in een buitenwijk van Tokio, waar ze zich wentelen in een lankmoedige en geruststellende lethargie. Soseki is een meester in het beschrijven van de lijzige alledaagsheid van het echtpaar (ik moest meer dan eens denken aan de broze inertie uit de films van Yasujiro Ozu).

Al snel blijkt dat ze hun ennui en isolement alleen aan zichzelf te danken hebben: ze trouwden zonder de toestemming van hun families — een gewaagde beslissing in een tijd waarin de meeste huwelijken gearrangeerd waren — en vluchtten uit schaamte. Bovendien verliet Oyone haar minnaar Yasui ten voordele van diens beste vriend en studiegenoot Sosuke. Oyone, die verschillende keren tevergeefs zwanger was, ziet hun kinderloosheid als een goddelijke straf.

Ondanks de duistere schaduwen uit het verleden – nog zo’n typisch Soseki-thema: een vroegere, duistere gebeurtenis achtervolgt de protagonisten in het heden – zijn de twee betrekkelijk gelukkig. Hun gezapige leven, waarin ze angstvallig elke verstoring uit de weg gaan, wordt echter overhoopgegooid wanneer Sosuke onverwacht moet instaan voor de opvoeding van zijn tien jaar jongere broer Koroku.

Na de dood van hun ouders namen een oom en een tante Koroku onder de vleugels en Sosuke stond een deel van zijn erfenis af om aan de kosten tegemoet te komen. Wanneer ook de oom sterft, vraagt Koroku zijn broer om een verdere regeling met de gehaaide tante te treffen, maar Sosuke schuift de confrontatie telkens voor zich uit. Op zoek naar een oplossing voor zijn netelige positie vlucht Sosuke naar een zenboeddhistisch klooster in de bergen.

 

Tussen de regels

Sosuke is een geweldig personage. Hij is de keizer van de procrastinatie en gaat prat op een traagheid waarvoor een Oblomov of Bartleby niet moet onderdoen. Soseki houdt als auteur gelijke tred met het levensritme van zijn protagonist en schrijft in een afgemeten, spaarzame stijl. Opmerkelijk zijn de vele hiaten of ellipsen in de verhaallijn. De lezer komt bijvoorbeeld niet te weten wat de band tussen Oyone en haar ex-minnaar Yasui precies is (die laatste stelt haar voor aan Sosuke als ‘mijn jongere zus’), of waarom Sosuke indertijd verplicht werd van universiteit te veranderen.

In De poort valt bijzonder veel tussen de regels te lezen. Zo schept de tante op over het fortuin dat haar zoon zal verdienen met een handel in eigentijdse oliemotoren, waardoor ze niet alleen benadrukt dat ze Sosuke geld ontzegt, maar ook dat haar zoon vooruitgang maakt in tegenstelling tot zijn neef, die klem zit in het verleden. Meermaals wordt onderstreept dat diezelfde tante er goed uitziet voor haar leeftijd (volgens Oyone omdat ze maar één kind heeft gebaard), alweer anders dan Sosuke, die telkens als oud en uitgeblust wordt afgeschilderd. Aldus zijn er tientallen subtiele ondertonen die de spanning in het huishouden bijzonder intens verbeelden.

In zijn karakterschetsen, beeldspraak of beschrijvingen weet Soseki met een minimum aan middelen een maximaal effect te sorteren. Oyone vergelijkt Sosuke in het eerste hoofdstuk bijvoorbeeld met een garnaal, waardoor de lezer meteen een beeld heeft van hoe ze naar haar man kijkt. In de wachtzaal van de tandarts wordt Sosuke dan weer diep geraakt door enkele banale versregels in een magazine dat Succes heet, terwijl hij later bladert in De gesprekken van Confucius en ‘niets toepasselijks’ vindt. Werkelijk niets is zonder betekenis: Sosuke’s woning bevindt zich in een steeg, pal onder een hoge rotswand, waar bovenop Sakai woont, zijn buurman en huisbaas, een krachtige, levenslustige en succesvolle vader — net zoals in Akira Kurosawa’s film High and low (1963) wordt de maatschappelijke positie in een letterlijk hoogteverschil vertaald.

Door de roman heen speelt Soseki een sierlijk spel met de seizoenen en maakt hij gretig gebruik van de symboliek uit de klassieke Japanse poëzie (het slotgesprek tussen Sosuke en een monnik over de Japanse struikzanger, een vogel die geldt als hét symbool van de lente, is een prachtig voorbeeld). De poort start in de herfst, kabbelt verder over een sombere winter en eindigt op een mooie lentedag. Een lyrische beschrijving van de buitentemperatuur fungeert als proloog op de rest van het hoofdstuk en zet de toon voor wat volgt. Wanneer de tante op bezoek komt, klaagt ze dat Sosuke’s kamer ‘kil’ is, om hem kort nadien de grond in te boren door hem genadeloos te wijzen op zijn mislukkingen.

 

Uit de vertalerslade

De poort verschijnt niet voor het eerst in het Nederlands. In 2013 bracht de eenmansuitgeverij HaEs in zijn ‘Japanse Bibliotheek’ de roman samen met Kokoro uit. Beide uitgaves zijn met de beste bedoelingen opgezet, maar hebben helaas te lijden onder een niet te ontkennen dilettantisme. Voor Van Haute reden genoeg om zich op Soseki te werpen: voor Lebowski vertaalde hij Kokoro en Ik ben een kat. Met Soseki dacht Lebowski— een uitgeverij die zich sinds Stoner profileert als de geprivilegieerde herontdekker van in de onbekendheid belande literaire grootheden — een nieuwe John Williams in het fonds te hebben. Toen Van Haute in 2015 zijn vertaling van De poort indiende, hield Lebowski echter de boot af en zag onverwacht af van verdere Soseki-uitgaves. Vijf jaar lang lag De poort stof te vangen in de vertalerslade. Gelukkig is er nu Karakters en kan deze verrassend moderne roman alsnog zijn publiek bereiken.

 

Recensie: De poort van Natsume Soseki door Laurent de Maertelaer

Karakters, Antwerpen, 2020
Vertaald door: Luk Van Haute
ISBN 9789460018503
326p.

Geplaatst op 09/04/2020

Tags: Bartleby, De poort, Friedrich Nietzsche, Natsume Soseki, Oblomov, Verveling, zenboeddhisme

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.