The revolution won’t be novelized

Machteloos

Steven Crombez

Nog niet zo lang geleden beweerde Salman Rushdie dat televisie een minstens even interessant medium is om ideeën en verhalen te verspreiden als literatuur. TV vertegenwoordigt het beste uit twee werelden, zei hij. De producties hoeven niet onder te doen voor de grote films en je hebt alle controle over wat je schrijft. Voor iemand als Rushdie is dat ongetwijfeld waar, maar als de miljoenen niet voor je klaarliggen om je fantasieën te laten verfilmen, biedt de literatuur een interessante uitlaatklep. Zo moeten Steven Crombez en Jo Van Damme hebben geoordeeld toen zij hun werkzaamheden voor de televisie opschortten om hun verbeelding de vrije loop te laten op het papier. Uitgeverij Vrijdag publiceerde hun prozadebuten.

Machteloos

Het idee dat ten grondslag ligt aan Machteloos van televisie- en documentairemaker Steven Crombez is weergaloos. Op een dag wordt de kleine Silvio B. verbannen naar een eilandje voor de Italiaanse kust waar hij een jaar zal moeten zien te overleven zonder zijn oneindige rijkdommen, zijn invloedrijke contacten, zijn schare maîtresses en zijn talloze volgelingen. Niet dat de eilandbewoners van Monte di Venere lang in het ongewisse blijven over zijn identiteit. Net als de lezer hebben ze al snel door dat deze kleine potentaat Berlusconi moet zijn, maar op het eiland is iedereen gelijk, dat is deel van zijn straf.

Berlusconi als een tweede Napoleon verbannen naar een eenzaam eiland is een prachtige vondst. Het is alleen jammer voor Crombez dat een roman meer nodig heeft dan een goed idee. Want als het besef eenmaal is neergedaald dat dit gegeven aanleiding kan zijn voor vele hilarische scènes en uitdagende analyses blijft het lang wachten tot er in deze roman ook werkelijk iets gebeurt. Aanvankelijk vergeef je het Crombez als lezer nog wel dat hij de verwachtingen een beetje zwaar aanzet door Silvio B.’s ondergang op het eiland alvast te voorspellen, maar al snel maakt de spanning plaats voor verveling.

Heel veel maakt B. niet mee op het eiland met de ironische naam (Monte di Venere laat zich vertalen als Venusheuvel). In het eerste hoofdstuk merkt hij dat hij incontinent is geworden, halverwege blijkt hij ook impotent te zijn en uiteindelijk ontdekken zijn kaartvrienden dat hij de boel al maandenlang loopt te flessen. Maar dat is alles. Of bijna alles, want iedere keer als deze oude man in slaap valt of in gedachten verzonken voor zich uit staart, dringt het verleden zich aan hem op. Om het voor de lezer niet te lastig te maken gebeurt dat toevalligerwijs in chronologische volgorde. Alle hoogtepunten uit het leven van Berlusconi – van zijn baantje als charmezanger op cruiseschepen, via zijn rol als mediatycoon tot zijn premierschap – passeren de revue. Dat gebeurt op feitelijke wijze, zodat het al gauw een raadsel is waarom de Silvio uit de roman slechts wordt aangeduid met het initiaal B. De suggestie dat het hier iemand betreft zoals Silvio Berlusconi wordt al bij de eerste flashback de nek om gedraaid.

Daarmee beperkt Crombez zich enorm in zijn mogelijkheden. De bewering dat dit een ‘biografie (of autopsie?) van de macht’ is, zoals Mark Uytterhoeven (Crombez’ voormalige baas bij het productiehuis Woestijnvis) op de achterflap schreef, is nauwelijks houdbaar aangezien deze casus zo uitzonderlijk is dat er geen allegorie van de macht uit naar voren kan komen. Een parodie zit er ook al niet in omdat Crombez zich alleen de vrijheid heeft gepermitteerd om de ondergang van de Italiaanse premier te verzinnen en de rest van diens megalomane leven intact laat. Hoe groot de karikatuur ook is die Berlusconi van zichzelf heeft gemaakt, zijn levensverhaal verandert niet als bij toverslag in een roman.

Het contrast tussen het redelijk geniale centrale idee van deze roman en de voorspelbare uitwerking daarvan is zo groot, dat je af en toe het idee krijgt dat je een pitch van een komische tv-serie of een satirische documentaire zit te lezen in plaats van een roman. Zeker in de tweede helft van het boek trakteert Crombez zijn lezers eerder op een outline dan op een uitgewerkt verhaal. Na een mislukte poging om de beeldschone verpleegster Claudia te verschalken, verklaart de vertelstem bijvoorbeeld dat B. sinds zijn veroordeling alles is ontglipt. Eerst zijn bezittingen en zijn geld en ‘nu, nu stelde hij zelfs in bed niets meer voor’. Arme Silvio, maar als je dit soort dingen moet expliciteren dan heb je simpelweg verzuimd om de overeenkomstige scène te schrijven.

Het resultaat is dat Machteloos behalve een tikkeltje saai ook zeer moralistisch is. Dat komt doordat Crombez in dit weinig doordachte verhaal de confrontatie met zijn onderwerp nooit helemaal aandurft. En dus schildert hij Berlusconi af als een sentimentele oude man die zich na zijn ontmaskering als valsspeler afvraagt ‘waarom ik het allemaal gedaan heb’, én als een meedogenloze schurk die geen compassie verdient en aan het eind door iedereen met de nek wordt aangekeken. Blijkbaar moet iedereen inzien dat Berlusconi fout is, inclusief de ‘kleine generaal’ zelf. B. wordt daardoor een bordkartonnen personage waaruit alle drama is verwijderd. Typerend is dan ook dat Crombez in de enige biografische scène die hij zelf heeft verzonnen de slechtheid van de Italiaanse premier tot dictatoriale proporties verheft en zo het verschijnsel Berlusconi in feite reduceert tot een anekdote. Berlusconi deugt niet is de boodschap, maar dat wisten we natuurlijk al.

De vraag is echter waarom we wakker zouden moeten liggen van een boef die het zo bont maakt dat niemand hem nog wil verdedigen, die vervolgens eenvoudig te verbannen valt en uiteindelijk door iedereen wordt genegeerd. Is het niet veel verontrustender dat de echte Berlusconi zijn gang kan gaan in een democratie en nog altijd steun geniet bij de bevolking? Het zijn allemaal kwesties die Crombez nog eens goed had moeten overwegen voordat hij zijn idee als roman de wereld instuurde.

Ledeberg!

Ook het idee achter Ledeberg! van Jo Van Damme is bepaald niet slecht. De voormalig televisie- en radiopresentator en huidig columnist van De Standaard wilde blijkens de ondertitel een ‘volksroman’ schrijven over Ledeberg (deelgemeente van Gent), maar dan wel een met subversieve bedoelingen. Voortdurend worden niet alleen de markante personages op ironische toon gefileerd, ook het (volks)romangenre zelf wordt constant kritisch doorgelicht. Maar net als Machteloos kan Ledeberg! zijn eigen beloftes niet waarmaken.

Franky en Tony Vanneste hebben elkaar jaren nauwelijks gesproken als ze elkaar ontmoeten in de wachtkamer van de notaris die de nalatenschap van hun moeder beheert. Er zit van alles scheef tussen de twee broers. Tony is eens aangehouden door de politie in een tot op de draad versleten Opel Ascona die hij van Franky had gekocht. De politie vond een aanzienlijke som zwart geld in de koffer en Tony verdween voor negen maanden in de gevangenis. Dat is de schuld van zijn broer, zo houdt hij vol, want als die auto in orde was geweest, was hij nooit aangehouden. Zonder die aanhouding had hij nu ook niet hoeven vrezen voor de represailles van de eigenaar van het geld: de schimmige Rudy Drievingers.

Ook Franky zit in de rats. De verzekeringsmaatschappij waar hij werkt gaat reorganiseren en hij voelt haarscherp aan dat hij niet een van de meest snuggere of productieve werknemers is. De broers is er dus het een en ander aan gelegen om zoveel mogelijk geld te puren uit de erfenis van hun moeder. Die erfenis bestaat uit een huis. Dat moet worden verkocht, daar zijn Franky en Tony het snel over eens. Maar in het huis woont een Turk, een Turk met een baard en een djellaba, beslist Tony zonder hem ooit te hebben gezien, en die ‘extremist’ moet zo snel mogelijk het pand verlaten. Ook daar zijn de broers het over eens, maar over de toe te passen methode verschillen ze drastisch van mening. Wat volgt is een opeenvolging van doldwaze scènes waarin de broers elkaar voortdurend de loef proberen af te steken. Allebei nemen ze ook wel eens een loopje met de wet waardoor ze uiteindelijk beiden evenveel te vrezen hebben van Rudy Drievingers, de peetvader van de Ledebergse onderwereld, met wie ze een bijzondere relatie blijken te hebben.

Ledeberg! is een roman die zich aantrekkelijk laat samenvatten, maar nogal wat structurele mankementen vertoont. De grootste veranderingen in de verhoudingen tussen de personages doen zich bijvoorbeeld plotseling voor. Aanvankelijk lijkt Tony de handigste van de twee. Hij wint elke discussie en schijnt zijn broer van de meest waanzinnige fantasieën te kunnen overtuigen. Totdat simpelweg blijkt dat Franky er nooit een moer van heeft geloofd en hij al die tijd zelf iets in zijn schild voerde. De hele plot van de roman – die ik hier niet zal verklappen – hangt bovendien vast op één stukje cruciale informatie dat de broers aan het begin van de roman al wel hebben, maar gewoonweg niet meedelen.

Overtuigen doet Van Damme geen moment, maar dat zal ook niet zijn voornaamste zorg zijn geweest. Zijn roman is behalve een volksroman namelijk ook een parodie op de volksroman. Die laag wordt echter op een behoorlijk onbeholpen manier in het boek geïntroduceerd. In hoofdstuk twaalf spreekt de verteller plots direct tot de lezer, in hoofdstuk dertien wordt de tekst ineens voorzien van drie opzichtig overbodige ‘toelichtingen’ en vervolgens wordt de roman op tijd en stond onderbroken door metafictionele opmerkingen, die ofwel in de hoofdtekst, ofwel in de voetnoten worden verwerkt. Ondertussen blijft het verhaal echter onaangetast. De opmerkingen van de verteller over het gedrag van zijn personages of de werking van de roman hebben geen invloed op de gebeurtenissen en worden daardoor nooit meer dan een bijkomstigheidje.

Wat zich in het geval van Van Damme ongetwijfeld wreekt, is het gebrek aan een kritische gesprekspartner: iemand die zich niet blindstaart op de grappige dialogen, maar het geheel in de gaten blijft houden. De wankele constructie van het boek en de talloze schrijffouten, ontbrekende, dubbele, of ronduit verkeerde werkwoorden (‘effect ressorteren’) voeden echter het vermoeden dat dit boek niet of nauwelijks is geredigeerd. Dat is jammer, want deze schrijver kan wel wat. De gesprekken tussen Franky en Tony zijn vaak erg knap geconstrueerd en ook de metafictionele opmerkingen bieden mogelijkheden. Ze hadden bijvoorbeeld de gebrekkige plotlijn moeiteloos kunnen rechtvaardigen. Op die manier had Ledeberg! zelfs een behoorlijk tegendraadse roman kunnen zijn. Maar nergens worden Van Dammes ideeën tot de uiterste consequentie doorgedacht en dus blijft het boek rammelen als een oude Opel Ascona.

Vrijdag

Heeft Uitgeverij Vrijdag deze twee prozadebuten uitgegeven in de hoop dat ze op basis van de bekendheid van de auteurs of de aanprijzingen van nog beroemdere vrienden (zoals deze redelijk pathetische van Stijn Meuris over Machteloos) wel verkocht zouden raken? Daarvoor lijkt het fonds van Vrijdag me te integer. Maar de uitgeverij heeft zichzelf geen dienst bewezen met het publiceren van deze twee romans. Althans, in deze staat. Zowel Machteloos als Ledeberg! hadden sterke boeken kunnen worden, juist omdat de auteurs vanuit hun televisieachtergrond frisse ideeën binnenbrengen. De inzet van beide verhalen is immers een stuk uitdagender dan die van het gros van de boeken die verschijnen, maar ze komen geen van beide uit de verf.

Links

Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen, 2011
ISBN 9789460011092
158p.

Geplaatst op 24/06/2011

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.