Proza, Recensies

Verrassend actueel Boekenweekgeschenk

Wat wij zagen

Hanna Bervoets

De dag waarop jaarlijks de auteur van het Boekenweekgeschenk bekend wordt gemaakt, krijg ik vaak meerdere berichtjes van bekenden die mij op de gelukkige winnaar wijzen. Een jaar of acht geleden rondde ik mijn bachelorstudie film- en literatuurwetenschap immers af met een scriptie over het Boekenweekgeschenk, om precies te zijn: over de rol van de vrouw als auteur én personage. Ook toen Hanna Bervoets werd aangekondigd als de auteur voor het Geschenk van 2021 ging mijn telefoon dus meermaals af.

De uitkomst van mijn onderzoek gaf me toen aanleiding om voor NRC in de pen te klimmen. Twaalf jaar achter elkaar hadden mannen op dat moment de kans gekregen het Geschenk te schrijven. Die observatie paste in een teleurstellende tendens: van de 69 Geschenken die tussen mijn onderzoek in 2014 en het eerste officiële Geschenk in 1947 waren verschenen, waren er slechts twaalf geschreven door een vrouw.

Ook op inhoudelijk vlak maakte ik me zorgen: de vijf recentste Geschenken die ik had geanalyseerd – Een tafel vol vlinders van Tim Krabbé (2009), Duel van Joost Zwagerman (2010), Heldere hemel van Tom Lanoye (2011), De kraai van Kader Abdolah (2012) en De verrekijker van Kees van Kooten (2013) – bleken stuk voor stuk misogyne stukjes literatuur, waarin vrouwen niet alleen als auteur, maar ook als personages aan de kant waren gezet. Ze kregen nauwelijks rollen van betekenis toebedeeld en wanneer ze wel ten tonele mochten verschijnen, was dat hoogstens in de hoedanigheid van een clichématig zorgzame moeder, zeurende echtgenote of seksueel aantrekkelijke jongedame.

Bechdeltest

Ik legde elk van de vijf Boekenweekgeschenken langs de Bechdeltest, een simpel vragenlijstje, in 1985 ontwikkeld door de Amerikaanse illustrator Alison Bechdel, dat vooral op films wordt toegepast om te achterhalen of we met een vrouwonvriendelijke productie te maken hebben. Je hoeft maar drie zaken na te gaan: komen in dit verhaal minstens twee vrouwen voor, praten zij met elkaar, en zo ja, hebben zij het over iets anders dan een man? Geen wetenschappelijk diepgravende methode, maar wel een manier om snel inzicht te krijgen in de verhoudingen tussen man en vrouw in een film: als vrouwen werkelijk een zelfstandig functionerende rol toebedeeld krijgen, zou je tenslotte verwachten dat ze zich minstens uitspreken, en dan bij voorkeur over iets wat niet met mannen te maken heeft.

En vrij makkelijke criteria om aan te voldoen, zou je zeggen. Toch slaagt de meerderheid van de Harry Potter-films niet, evenmin als alle delen van The Lord of the Rings en een veelheid aan andere producties waarvan je meer gendergelijkheid zou verwachten. Hetzelfde bleek te gelden voor de door mij geanalyseerde Boekenweekgeschenken: er werden nauwelijks vrouwen aan het woord gelaten, en als dat al gebeurde, waren de beslommeringen van de mannelijke personages het enige gespreksonderwerp.

Ook op andere gebieden werd de vrouw schaamteloos door de heren terzijde geschoven. Zo werden vrouwelijke auteurs eveneens gepasseerd op het gebied van intertekstualiteit. Kader Abdolah spande de kroon: van de bijna twintig expliciete verwijzingen die hij in krap negentig pagina’s maakte naar andere auteurs, was Anne Frank de enige vrouw. Hij prees haar overigens alleen om haar persoonlijkheid, niet om haar schrijfkunsten.

Zulke scheve verhoudingen zijn kwalijk, betoogde ik, vooral omdat het Boekenweekgeschenk jaarlijks een half miljoen tot een miljoen keer over de toonbank gaat. Een boekje dat zou moeten dienen ter propaganda van het Nederlandse boek, zoals verstrekker Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) voorstaat, zou een minder vrouwonvriendelijke boodschap mogen verkondigen. Inmiddels worden vrouwen vaker dan mannen gepubliceerd in literaire tijdschriften en worden zij minstens even vaak genomineerd voor literaire prijzen.

Kanteling

Gelukkig is er sinds mijn pleidooi zeven jaar geleden veel veranderd. In 2016 mocht Esther Gerritsen als eerste vrouw in krap twintig jaar zich aan het schrijven van het Geschenk wagen. Dat zij daarvoor de mannelijk georiënteerde titel Broer koos, moet haar maar worden vergeven. Vervolgens hanteerde CPNB een tijdje het wel zo eerlijk ogende om-en-om-principe: achtereenvolgens kregen Herman Koch (2017), Griet op de Beeck (2018), Jan Siebelink (2019) en Annejet van der Zijl (2020) de kans. Vaak genoeg werden de vrouwen alsnog gekoppeld aan een mannelijke auteur voor het Boekenweekessay, dat sinds 1987 eveneens tijdens de Boekenweek verkrijgbaar is, en waarbinnen mannelijke auteurs ook jarenlang het schrijftoneel domineerden. Esther Gerritsen werd gepaard met David Van Reybrouck, Griet Op de Beeck met Jan Terlouw en Annejet van der Zijl met Özcan Akyol. Er zijn dus nog wat stappen te zetten, maar we zijn aardig op weg.

Dit jaar was het verrassend genoeg opnieuw de beurt aan een vrouwelijke auteur: Hanna Bervoets mocht, met Roxane van Iperen aan haar zijde als essayschrijver, het stokje van Van der Zijl overnemen. Ze wierp zich op de klassieke taak: schrijf in een monsterlijk korte periode een boekje van rond de 96 pagina’s dik – circa 29 duizend woorden – om tijdens de 86e Boekenweek te schenken bij aanschaf van minimaal vijftien euro aan boeken.

In Wat wij zagen volgen we Kayleigh, werkzaam bij een Facebook-achtig bedrijf, op de afdeling waar mogelijk schadelijke content wordt beoordeeld en indien nodig wordt verwijderd. Zij en haar collega’s worden gedrild om de regels zo goed mogelijk uit hun hoofd te kennen. Zo somt Kayleigh voor ons op:

Een handgetekende penis in vagina mag, digitaal getekende vulva’s mogen niet, een naakt kind mag alleen worden getoond wanneer het beeld een nieuwsfeit vertegenwoordigt, tenzij het gaat om de Holocaust; foto’s van minderjarige Holocaustslachtoffers zonder kleren zijn verboden. Een foto van een revolver valt binnen de richtlijnen, maar niet als die revolver te koop wordt aangeboden. Een pedofiel doodwensen mag, een politicus doodwensen mag niet, een filmpje van iemand die zich vol overtuiging opblaast in een kleuterklas moet worden verwijderd, en wel op grond van terroristische propaganda, niet op grond van geweld dan wel kindermishandeling.

Lesbische relatie

Natuurlijk zijn er targets: wie er niet in slaagt om op dagelijkse basis enkele honderden foto’s en filmpjes te beoordelen, ligt eruit. De lonen zijn laag, de bazen neerbuigend. Pauzemogelijkheden zijn er nauwelijks en duren hoogstens enkele minuten. Het is duidelijk geen werk dat je voor de lol doet. En toch blijven Kayleigh en haar collega’s: ze zitten krap bij kas en voelen niet de mogelijkheid hun belabberde baan vaarwel te zeggen. Ze putten troost uit elkaar: hun onderlinge vriendschappen, hun gesprekken voor en na hun diensten. Ze leggen casussen uit hun shifts aan elkaar voor, overhoren elkaar speels, slepen elkaar door de trauma’s van de moeilijkste beelden heen. Want traumatiserende beelden zien ze:

Ik zag een meisje live met een veel te bot zakmes in haar eigen arm steken, ze moest flink doorduwen voor het een beetje ging bloeden. Ik zag een man zijn herdershond trappen, zo hard dat het dier piepend tegen de koelkast klapte. Ik zag kinderen elkaar uitdagen een onverantwoord grote hap kaneel te nemen. Ik las mensen Hitlers kwaliteiten aanprijzen bij hun buren, collega’s en vage kennissen, gewoon, open en bloot, zichtbaar voor potentiële partners en werkgevers: ‘Hitler had zijn werk af moeten maken’ bij een foto van een stel immigranten in een bootje.

Gelukkig gloort er voor Kayleigh een lichtpuntje aan de horizon: ze wordt verliefd op haar collega Sigrid, en die liefde blijkt wederzijds. Ja, u leest het goed: in dat voorheen zo misogyne Boekenweekgeschenk is zowaar een lesbische relatie geslopen. Ook eerdere relationele mislukkingen met andere vrouwen worden uit de doeken gedaan, waardoor we al vroeg in het verhaal kunnen concluderen dat de Bechdeltest in het voordeel van Bervoets zal uitvallen.

Dat het om een relatie tussen twee vrouwen gaat, is voor het verhaal verder van weinig betekenis. (Gelukkig maar: we moeten ervan af dat iedere niet-heteroseksuele relatie in film, literatuur en andere media standaard wordt geproblematiseerd.) Wel weten we vanaf pagina één dat het niet gunstig zal aflopen voor Kayleigh en Sigrid: waarom zou het hoofdpersonage anders aan ene meneer Stitic uit de doeken moeten doen hoe hun relatie precies verlopen – en vooral: geëindigd – is? Deze constructie geeft het verhaal een voortstuwende kracht en draagt bovendien bij aan de originaliteit van de vertelling, die daardoor zo nu en dan stream of consciousness-achtige vormen krijgt. Dat is met name het geval wanneer Kayleigh zich explicieter tot de heer Stitic richt – een rechtspersoon, vermoeden we steeds meer, die ze van haar onschuld in een nog onbekend drama moet overtuigen.

Pijnlijk actueel

Eerlijk is eerlijk: wat dat uiteindelijke drama zou moeten zijn, stelt wat teleur, maar dat neemt niet weg dat Bervoets met Wat wij zagen een van de actueelste Boekenweekgeschenken in jaren geschreven heeft. Veel Geschenken houden zich wat dat betreft wat aan de oppervlakte: blijkbaar kiezen de auteurs graag voor een veilige route, door geen stelling te nemen in een publiek debat, om maar een Boekenweekgeschenk te schrijven dat zoveel mogelijk lezers aanspreekt. Bervoets kiest nadrukkelijk wel voor een specifiek standpunt: ze toont de schadelijkheid van sociale media voor ons brein en de desinformatie die deze media kunnen voortbrengen, en, meer nog, van de giftige systemen die ervoor zorgen dat die platforms draaiende worden gehouden. Niet voor niets is aan het einde van Wat wij zagen een lijst opgenomen van non-fictiebronnen waarop Bervoets zich baseerde: deze problematiek is aan de orde van de dag.

Wat wij zagen past uitstekend in Bervoets’ oeuvre, waarin zij vaker personages in een nijpende, bijna laboratoriumachtige setting plaatst om te zien hoe zij zich zullen gedragen. Stukje bij beetje worden ze steeds meer op de proef gesteld – in hun opsluiting, in de mentale druk die op hen wordt uitgeoefend, in de fysieke pijn die zij moeten doorstaan. In haar Boekenweekgeschenk weet Bervoets in een klein aantal woorden meerdere sterke personages neer te zetten: met name Kayleigh krijgt een duidelijk silhouet. We volgen haar gedachten met name in het begin van het boek als in een gedachtenstroom die direct aan de heer Stitic wordt doorgebriefd, in zinnen die overduidelijk met veel gevoel voor ritme en muzikaliteit zijn samengesteld.

Een Boekenweekgeschenk schrijven is een ware tour de force: alle ogen van de literaire wereld zijn op je gericht. De kwaliteit van het boekje wordt in elke krant beoordeeld, en ook wanneer je slechts twee ballen vangt, moet je in non-coronajaren alsnog op tour langs honderden bibliotheken en boekhandels. In het geval van Bervoets zijn die angsten niet nodig: haar Geschenk werd positief beoordeeld. Wat wij zagen werd door NRC bijvoorbeeld bestempeld als een boekje dat ‘belangwekkende vragen’ stelt, geschreven door ‘de modernste auteur van Nederland’. Bervoets is erin geslaagd onder die druk een Geschenk te schrijven dat in een krappe dertigduizend woorden veel over onze huidige tijd weet te vertellen: de gewrongenheid van de arbeidsmarkt, onze krampachtige behoefte aan zekerheid en waartoe we in staat zijn als die ons dreigt te worden afgenomen.

Een recensie over Wat wij zagen van Hanna Bervoets door Anne van den Dool.

CPNB, Amsterdam, 2021
ISBN 978 90 5965 544 7
96p.

Geplaatst op 03/10/2021

Tags: Boekenweek, Boekenweekgeschenk, Facebook, social media

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.