Non-fictie, Recensies

De ontdekking van het landschap

Betoverende stilte

Caspar David Friedrichs reis door de tijd

Florian Illies (vert. Gerrit Bussink en Izaak Hillhorst)

Zelfs wie niet vertrouwd is met de naam van Caspar David Friedrich (1774-1840) is dat hoogstwaarschijnlijk wel met zijn schilderijen. Zijn verstilde, sublieme en melancholische zee- en berglandschappen met eenzame figuren, vaak met de rug naar de toeschouwer gekeerd, zijn iconisch geworden voor de (Duitse) romantiek. De wandelaar boven de nevelen (1818), wellicht zijn beroemdste schilderij, is een van de meest gereproduceerde afbeeldingen uit de moderne Europese kunstgeschiedenis en siert de kaft van menig kunsthistorisch en cultuurfilosofisch boek, waaronder The Ideology of the Aesthetic (1990) van Terry Eagleton en The Birth of the Modern. World Society 1815-1830 (1991) van Paul Johnson.

De tweehonderdvijftigste verjaardag van Caspar David Friedrichs geboorte in Greifswald bij de Oostzee wordt in Duitsland uitgebreid herdacht. Niet zonder reden. Naast hun historisch belang en voorbij het sentiment, het pathos en de kitsch van veel romantische kunst, resoneren de existentiële en religieus-mystieke ervaringen in Friedrichs schilderijen nog steeds met ons, moderne eenentwintigste-eeuwers op zoek naar een nieuwe relatie tot de natuur.

Friedrich heeft niet altijd die reputatie gehad. Integendeel zelfs. Zijn tijdgenoot Goethe liep niet erg hoog met hem op (veel te melancholisch) en in de halve eeuw na zijn dood was hij zo goed als vergeten, om aan het begin van de twintigste eeuw opnieuw ontdekt te worden. Zijn ideologische recuperatie door de nazistische esthetica en door het socialistisch realisme kwam hij snel te boven en sinds een aantal decennia wordt hij beschouwd als de grootste Duitse schilder van de negentiende eeuw. De opvallende geschiedenis van Friedrichs erfenis is een van de vele verhalen in het essayistische boek Betoverende stilte. Caspar David Friedrichs reis door de tijd van Florian Illies, wellicht de meest verfrissende en verrassende publicatie van deze herdenking.

 

Mozaïek

Betoverende stilte laat zich als genre niet zo makkelijk definiëren. Het is eigenlijk vele boeken tegelijk. Voor een deel is het een biografie van Friedrich met een beschrijving van het ontstaan van zijn belangrijkste werken. Daarnaast is het in vogelvlucht een cultuurgeschiedenis van Duitsland tijdens de voorbije twee en een halve eeuw. Ten slotte is het een spannend verhaal over het spectaculaire lot van een aantal van Friedrichs schilderijen: ze werden verwoest door branden, gingen verloren in de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog, bleven decennialang onzichtbaar, werden aan andere schilders toegeschreven en werden door kunstdieven gestolen. Caspar David Friedrichs reis door de tijd, zoals de ondertitel luidt, brengt de lezer inderdaad op bijzondere plekken: niet alleen naar het atelier van de schilder, maar ook naar kastelen en slaapkamers van aristocraten, naar ondergrondse mijnen tijdens de Tweede Wereldoorlog en naar maffiagarages in de stedelijke achterbuurten van het voormalige Oost-Duitsland.

Illies houdt zich bewust ver van een academisch en analytisch betoog: ‘Wie rond Caspar David Friedrich te grote theorieën opbouwt, maakt zijn schilderijen klein en ontneemt ze iets van hun raadselachtige schoonheid. Het is juist goed ze enigszins van hun “gewijde aura” te bevrijden’, aldus Illies en hij beroept zich daarvoor op Friedrich zelf, die zei dat het hoofd nooit belangrijker mag worden dan het hart. Illies slaagt in zijn opzet door de schilderijen van Friedrich vanuit steeds andere perspectieven te bekijken. Ze verliezen daarbij niet aan kracht en schoonheid. Integendeel. Het boek is opgebouwd uit korte, niet-chronologisch maar associatief en thematisch geordende fragmenten. Met de belangrijkste biografische feiten, een aantal goed gekozen anekdotes, korte uittreksels uit dagboeken en brieven, oordelen van tijdgenoten en specialisten, cultuurhistorische bedenkingen, voorzichtige speculaties en onverwachte invalshoeken, weeft Illies in een heldere en elegante stijl een intelligent en intrigerend web van betekenissen rond de figuur en het belang van Caspar David Friedrich.

De diepgang van Betoverende stilte is het paradoxale gevolg van de veelheid en de nevenschikking van al die losse beschouwingen. De sprongen voor- en achteruit in de tijd en het voortdurend heen en weer bewegen tussen verschillende thema’s en perspectieven zorgen voor spanning en afwisseling. Als essayist is Illies meer schatplichtig aan de literatuur dan aan het wetenschappelijk traktaat. Een intiem moment van de aan zichzelf twijfelende schilder wordt gevolgd door een beschouwing over zijn doorwerking in de moderne schilderkunst van bijvoorbeeld Mark Rothko. Illies laat zien hoe Walt Disney voor zijn Bambi-film (1941) gebruikmaakt van de romantische landschappen van Friedrich, maar tegelijkertijd hoe Friedrich Murnau zich door het unheimliche ervan liet inspireren voor zijn beroemde vampierfilm Nosferatu (1921). Ook de Duitse trauma’s komen ter sprake. De soldaten – ‘eigenlijk zijn ze te oud of te jong’ – die in het voorjaar van 1943 als kanonnenvoer naar het Oostfront gestuurd werden, kregen allemaal een boekje in kwartoformaat zodat het in de borstzak van hun uniformjas paste: Caspar David Friedrich und seine Heimat. Daarin wordt Friedrich beschreven als lang en stevig gebouwd, blond, karaktervast en strijdlustig, met een onwankelbaar en heilig geloof in Duitsland. Leugens die voor veel soldaten wellicht de laatste woorden waren die ze lazen voordat ze aan flarden werden geschoten.

Door gelijkenissen en contrasten ontstaan onverwachte verbanden en inzichten. Die mozaïekmethode paste Illies al met veel succes toe in 1913. Het laatste gouden jaar van de twintigste eeuw over de gebeurtenissen in Europa net voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en in Liefde in tijden van haat 1929-1939 over de amoureuze relaties van bekende kunstenaarskoppels in de jaren dertig. In beide gevallen resulteerde Illies’ expliciete weigering om een tijdperk eenzijdig te beschrijven in een breed, divers en kleurrijk panorama van feiten en verhalen, dat uitnodigt tot terugbladeren, herlezen en opnieuw interpreteren.

 

Transcendente ruimte

Om Betoverende stilte wat meer structuur te geven, heeft Illies zijn boek in vier grote hoofdstukken ingedeeld met als titels ‘Vuur’, ‘Water’, ‘Aarde’, ‘Lucht’, de vier elementen die zowel in Friedrichs leven als in zijn werk een belangrijke rol spelen. Illies laat zich wel eens meeslepen door zijn bevlogen stijl en zijn metaforen om gebeurtenissen die in tijd en ruimte ver uit elkaar liggen met elkaar te verbinden. Bij de grote brand in het Glaspalast in München in 1931 – het verhaal waarmee het eerste hoofdstuk ‘Vuur’ opent – werden talrijke schilderijen van Friedrich en andere romantische schilders door de vlammen vernietigd. Hitler, die de tentoonstelling in het Glaspalast bezoekt, is bij zijn nichtje Geli Raubal met wie hij een relatie heeft en zweert dat hij op dezelfde plaats een ‘Huis van de Kunst’ zal bouwen. Drie maanden na de brand zal Geli Raubal ‘een dodelijk schot op zichzelf afvuren’. Wellicht is het woord ‘afvuren’ toch wat weinig om de zelfmoord van het meisje nog betekenisvol in deze constellatie op te nemen.

Uiteraard gaat het grootste deel van het boek over de schilder en zijn werk. Diens grootste verdienste is de status van het landschap in de Europese schilderkunst fundamenteel te hebben veranderd. Bij Friedrich is het landschap niet langer een achtergrond maar de ruimte van het transcendente, de uitdrukking van het verlangen naar het absolute en het oneindige. Friedrich had een solitaire, melancholische en meditatief ingestelde natuur. Zijn diep religieuze opvoeding heeft daar wellicht een rol in gespeeld, maar ongetwijfeld ook het verlies als kind van zijn broer, die hem van de verdrinkingsdood probeerde te redden en daarbij zelf omkwam. Picturale motieven als duisternis, mist, wolken, schepen aan de horizon, ruïnes, kruisen en graven  wijzen op een pessimistische levenshouding, maar ze maken ook deel uit van de grammatica van de romantiek. Vanuit een volstrekt individuele beleving zochten de romantici naar een relatie met de natuur: ‘Ik moet alleen blijven en weten dat ik alleen ben om de natuur in haar geheel te zien en te voelen. Ik moet me overgeven aan wat me omgeeft, me verenigen met mijn wolken en rotsen om te zijn wat ik ben’, schrijft Friedrich.

De schilderijen van Friedrich zijn niet louter dromerige vlucht uit de werkelijkheid. Hij leefde in politiek, sociaal en cultureel onrustige tijden. De ideeën van de Verlichting en de Napoleontische legers in Duitsland (en de rest van Europa) waren een aanval op de traditionele en religieuze wereld waarin de schilder opgroeide. Zijn werk is de uitdrukking van zijn ontgoocheling over die nieuwe ontwikkelingen, maar tegelijk ook van zijn levenslange zoektocht naar nieuwe spirituele impulsen die hij vond in de christelijke en de nationalistische symboliek, in de middeleeuwen en in de folklore (de verboden traditionele kleding van de figuren). Op basis hiervan konden de nazi’s zich Friedrich makkelijk, zij het pervers toe-eigenen.

Friedrichs schilderkunst en zijn mystiek zijn intens verbonden met het Duitse (noordelijke) landschap. Maar zijn schilderijen zijn niet de registratie van natuurlijke fenomenen. Het zijn meditaties op de stilte en het sublieme, op tijdelijkheid en eeuwigheid. Zijn landschappen zijn composite landschappen, samengesteld door zijn geestesoog in zijn atelier. Tijdens zijn lange wandelingen maakt Friedrich talloze zeer gedetailleerde schetsen van bergen, kustlijnen, wolken, horizonten, rotsformaties, bomen, wortels, et cetera. Die fragmenten voegt hij in zijn atelier in een nieuw landschap samen: ‘Caspar David Friedrich ademt natuur in om die als kunst weer uit te ademen’, aldus Illies. Friedrich wil met zijn schilderijen een bepaald effect bereiken: hij wil dat de toeschouwer in zichzelf keert en zo de wereld transcendeert. Het gaat hem met andere woorden niet in de eerste plaats om het zichtbare landschap, maar om het landschap van de ziel. Friedrich zegt ergens letterlijk dat kunst voor hem een vorm van devotie en gebed is.

Maar zo eenduidig is zijn werk niet. De moderniteit ervan zit in zijn ambivalentie, aldus Illies: ‘Het is misschien het kostbaarste van Friedrichs mooiste schilderijen, dat ze geen antwoorden geven en alleen vragen stellen.’ Zien we God in zijn schilderijen of precies het ontbreken ervan? In zijn zoektocht naar het absolute heeft Friedrich bij momenten in de afgrond van de leegte gekeken. Misschien is hij wel de eerste schilder geweest die ‘het niets’ geschilderd heeft. Dat heeft hij gedaan in zijn beroemde grote schilderij Monnik bij de zee. Het is een verpletterend werk met een onooglijk kleine gestalte aan de rand van een onrustige zee onder een donkere en drukkende hemel. Het schilderij is het resultaat van een reductie van tekens die de abstractie van de twintigste eeuw al aankondigt. Het werk is ook bekend onder de titel Wandelaar aan de oever van de zee, maar de figuur van een monnik versterkt nog het gevoel van metafysische leegte. Illies noemt dit schilderij ‘de oerknal van de romantiek’: ‘Nooit eerder zijn het twijfelen aan God, de nietigheid van het individu en zijn eenzaamheid tegenover de oerkrachten van de natuur zo compromisloos uitgebeeld.’ Die oerknal dijt nog steeds uit tot in de kunst van de twintigste en eenentwintigste eeuw. Illies vindt een onverwachte link tussen de eenzame figuur op het schilderij en de personages van Samuel Beckett. Deze zou in 1937 in Monnik bij de zee een blauwdruk van zijn Wachten op Godot hebben gezien.

De signatuur van Friedrich is de zogenaamde ‘Rückenfigur’, de op de rug geschilderde figuren die zoveel van zijn schilderijen bevolken. Ogenschijnlijk passief zijn zij het die de toeschouwer activeren om het landschap te ervaren. ‘De wereld bevindt zich niet voor mij, maar rondom mij’, zei de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty en dat betekent een revolutionair verschil. Caspar David Friedrich heeft iets dergelijks gedaan met onze schilderkunstige ervaring van het landschap. Hij heeft ons er middenin geplaatst en niet langer ervoor. Zoals de monnik bij de zee: overgeleverd aan de vernietigende effecten van de ontketende natuurkrachten. Of zoals de wandelaar boven de nevelen: mediterend over het verdwijnen en het ontstaan van de wereld. ‘Iedere tijd zoekt en vindt Caspar David Friedrich op zijn eigen manier’, dixit Florian Illies.

Alfabet Uitgevers, Amsterdam, 2024
Vertaald door: Gerrit Bussink en Izaak Hillhorst
ISBN 978 90 213 43105
237p.

Geplaatst op 26/08/2024

Tags: Betoverende stilte, Caspar David Friedrich, Florian Illies

Categorie: Non-fictie, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.