Essays, Recensies

Broeierige jazz waaruit je de melodie niet zomaar kan oppikken

Handicap

Een bevrijding

Anaïs Van Ertvelde

Het nieuwste boek van de Belgische historicus, schrijver en docent Anaïs Van Ertvelde heeft een prachtige cover, gemaakt door de illustrator en geschiedkundige Noëmi Willemen. Van Ertvelde stond model voor de illustratie, waarin ze met een verfkwast in haar linkerhand het laatste stukje van haar eigen lichaam schildert. ‘Ik zeg altijd: “Ik ben geboren met een korte rechterarm”, en niet “zonder rechteronderarm”’, vertelde Van Ertvelde aan Radio 1, ‘Anders lijkt het alsof mijn lichaam iets mist.’ De tekening benadrukt dit perspectief, door te suggereren dat de auteur niet alleen de tekening, maar haar lichaam zelf heeft gecreëerd en zag dat het goed was. Handicap. Een bevrijding, staat er in grote zwarte letters om de illustratie. Geen tragedie, geen drama dat overwonnen dient te worden, maar een bevrijding, zo wordt een handicap in de taal en in de vormgeving van de cover neergezet. In het boek is Van Ertvelde niet op zoek naar bevrijding van iets of van iemand, maar naar bevrijding op zich. Ze zoekt naar een manier waarop het erkennen van haar identiteit als gehandicapte persoon haar vrij maakt. Het omslag zet daarmee meteen de toon voor het boek.

 

Wie zelf niet gehandicapt is en hoopt op een memoires die je het gevoel geeft gezegend te zijn zelf geen handicap te hebben, of die je vol bewondering achterlaat over hoe dapper Van Ertvelde is ‘ondanks haar handicap’, komt bedrogen uit. Het boek is gelukkig van een heel ander kaliber: het is een wetenschappelijk zelfonderzoek, een filosofische verhandeling, een manifest. En voor mensen met een beperking is het balsem voor de ziel.

 

Van Ertvelde heeft er drie jaar over gedaan om dit werk te schrijven. Halverwege het schrijfproces kwam ze in een burn-out terecht en op vele dagen kon ze niet of nauwelijks werken. Haar burn-out heeft vervolgens het boek een hele nieuwe richting doen inslaan. In het hoofdstuk getiteld ‘MAAKBAAR. Zomer 2020’ schrijft Van Ertvelde: ‘Mijn burn-out was de ware geboorte van mijn handicap.’ Tot aan de burn-out probeerde ze haar handicap en de mensen die daar oordelen over hadden namelijk te slim af te zijn door beter te functioneren dan iemand met twee armen van dezelfde lengte, iemand met twee vrijwel identieke, gespiegelde handen. Dit veranderde toen ze opbrandde: ‘Alle dingen waaraan ik als gehandicapte – kijk hoe bovenmaats ik functioneer! – mijn waarde had leren afmeten, kon ik niet meer.’ Deze ervaring geeft haar begrip van handicap – en daarmee haar gedachtegangen en formuleringen in dit boek – een diepere gelaagdheid en legt mechanismen bloot die alles te maken hebben met de positie van mensen met een handicap in de samenleving. (Daarover kun je trouwens uitgebreid lezen in de themareeks ‘Drempelstukken. Mentale en lichamelijke diversiteit in de literatuur’ van De Reactor uit 2023 en 2024.)

 

Het boek is een persoonlijke zoektocht en staat vol retorische vragen waar Van Ertvelde toch een antwoord op probeert te formuleren, zoals ‘Is er eigenlijk iemand die niet gehandicapt is?’ en zo nee, ‘Waarom worden wij dan als de uitzondering behandeld?’. Of bijvoorbeeld:

 

Hoe moet ik uitputting uitleggen aan mensen die zelf allemaal doodop zijn? Hoe moet ik mijn werkgever vertellen dat ik maar gedeeltelijk kan werken? Ik ben plots zo traag. Wil iemand me betalen voor half werk? Voor traag werk? Is traag en half werken niet gewoon mislukken? Zo niet, zijn we dan niet allemaal enorm in de war over wat falen is? Wat slagen is? Hoelang moet ik kunnen werken om niet gehandicapt te zijn?

 

Handicap. Een bevrijding is ook een politiek manifest, dat vlijmscherp neerzet hoe onze wereld niet gemaakt is voor gehandicapte lichaam-en-geesten en tegelijkertijd gehandicapte mensen afrekent op het feit dat ze niet goed kunnen functioneren in die ontoegankelijke wereld. Ze legt uit dat je niet gehandicapt hoeft te zijn om validisme (discriminatie vanwege handicap) te ervaren, dat het devalueren van lichamen die anders zijn dan die van de witte, cis heteroman gebaseerd is op de principes van validisme en dus verbonden is met andere systemen van onderdrukking, zoals racisme en seksisme:

 

Dit systeem zal er altijd voor zorgen dat we bepalen wie waardevol is op basis van uiterlijkheden en het vermogen om op bevredigende wijze te (re)produceren, uit te blinken en zich te ‘gedragen’. Vrouwen en mensen van kleur worden daar evengoed het slachtoffer van. Je hoeft geen persoon met een beperking te zijn om validisme te ervaren.

 

In het hoofdstuk ‘N / Inleiding. Herfst 2019’, lezen we de zoektocht die Van Ertvelde doormaakte in de eerste fase van het schrijven. Zijn lezers wel geïnteresseerd in een boek over handicap en op welke wijze wil ze over het thema schrijven?

 

Mag ik je iets vragen, mijn lezer? Om mijn lichaam, mijn leven niet als een voor jou geschreven parabel te lezen? Maar als iets veel gelaagders, iets veel weerbarstigers? Als ingewikkelde, broeierige jazz waaruit je de melodie niet zomaar kan oppikken na één keer luisteren. Doe dat niet alleen voor mij, doe het vooral ook voor jezelf. Want jij en ik zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat ik kan worden, is beperkt door wat anderen over mij geloven.

 

Steeds meer schrijft Van Ertvelde vanuit passie, woede soms, zoals in het hoofdstuk ‘Opstand. Herfst 2022’, waarin ze ons meeneemt naar Berlijn. Daar duikt ze in de geschiedenis van handicap in Nazi-Duitsland. Flarden van het bezoek worden afgewisseld met een opsomming van gehandicaptenopstanden uit de geschiedenis, tegen een maatschappij die niet gemaakt is voor gehandicapte lijven, en een herinnering uit haar jeugd, waarin ze woedend meeschreeuwt met een nummer van de Britse PJ Harvey:

 

I’m not jerking

I won’t hide

Yeah, I’m ready

To meet ze monsta tonight

 

Laat me op zijn minst dan in taal mezelf omarmen. Met een woedend rocknummer over het buitensporige monster dat ik ben. Een vrouwelijke, gehandicapte wraakengel. Laat me fantaseren van zelfgebouwde bommen op ontoegankelijke horecazaken. Van elke trein in brand. Wij niet erin, niemand nog erin. Van archivarissen die een nekschot krijgen en zichzelf niet meer terugvinden in hun archief. De minister van Welzijn ontvoerd en in zijn onderhemdje vastgebonden op de vloer van een denkbeeldige badkamer. Ik snij dunne rafelrepen van zijn vlees tot hij de wachtlijsten in de zorg met één pennenstreek oplost. One day, you’ll hurt as we do now, tier ik in een ingebeelde microfoon. De CEO van het concern dat winst maakt op zorginstellingen waar de zorg steeds onmenselijker wordt, gooi ik de volgende dag erbij. Haal je inhalige handjes maar van onze zorg af. Voor ik ze eraf hak.

 

Die passie en woede schudden de lezer wakker en houden ze bij de les, net als de aandacht voor seks, een woord dat – samen met diens afgeleide – meer dan tachtig keer voorkomt in de tekst. Van Ertvelde maakte eerder samen met de Belgische auteur en radiomaker Heleen de Bruyne de podcast Vuile lakens en publiceerde een boek met dezelfde titel, dus aandacht voor seksualiteit was wellicht te verwachten, maar de context waarin ze hiervoor kiest valt op. Niet omdat gehandicapte mensen geen seks hebben, of er niet naar zouden verlangen, maar vanwege het taboe.

 

Van Ertvelde schrijft opvallend openhartig over seksualiteit en slaat alle taboes rond de relatie tussen seks en handicap aan scherven. In het hoofdstuk ‘Aangeraakt. Herfst 2020’ beschrijft van Ertvelde haar ontmoeting met haar huidige liefde, de Nederlandse documentairemaker Mari Sanders. Het verhaal van de ontmoeting wordt afgewisseld met overpeinzingen over eerdere liefdes en bedpartners en hoe zij, net als alle andere mensen in Van Ertveldes leven, haar rechterhand niet aanraakten, of juist wel, maar niet zoals zij verlangde aangeraakt te worden. De artsen, die knepen en porden en haar hand ‘een rare stomp’ noemden en de mensen die haar de hand niet durfden te schudden, toen ze bij wijze van experiment maandenlang haar rechterhand uitstak bij nieuwe ontmoetingen. Naast overpeinzingen over hoe haar hand genegeerd, gefetisjeerd of gemedicaliseerd wordt, wijst Van Ertvelde ook op de politiek rondom handicap.

 

Een hoofdstuk in Handicap. Een bevrijding is als een ui die wordt afgepeld: de gebeurtenis uit Van Ertveldes leven is de eerste laag, dan volgen de overpeinzingen die de gebeurtenis oproept, de fantasieën, politieke verhandelingen, de inbedding in de geschiedenis en verklaring vanuit disability activisme.

 

Er zijn hele bevolkingsgroepen, zoals de Palestijnen, die door hun bezetters zo goed als ongestraft gehandicapt gemaakt kunnen worden, beargumenteert professor genderstudies Jasbir Puar in The Right to Maim. Hetzij door traag werkende ontberingen, zoals een embargo op medicijnen, hetzij door plotse uitspattingen van geweld in de vorm van kogels en explosieven. Handicap is op veel plekken ter wereld helemaal geen staat van eenzame uitzondering, mass disablement is er juist de norm.

 

Door al die lagen van de ui heen blijft de persoonlijke stem van de auteur helder klinken. Ze beschrijft bijvoorbeeld hoe de ontmoeting met haar geliefde uitmondt in seks en vervolgens in een relatie, waarin seks anders is dan ze ooit heeft ervaren, met haar eerste eveneens gehandicapte geliefde. ‘Als dit invalide seks is, dan wil ik nooit nog iets waard zijn’, schrijft ze aan het einde van enkele alinea’s waarin ze de bevrijding beschrijft die ze ervaart in het samenzijn en het samensmelten met haar partner.

 

Van Ertveldes tekst is het bewijs dat een boek niet slechts een specifieke doelgroep hoeft te hebben. Handicap. Een bevrijding hoort wat mij betreft op een lijst met verplichte literatuur voor politici en beleidsmakers, maar ook voor journalisten, voor ouders van kinderen met een beperking, voor mensen die niets te maken hebben met handicap en houden van filosofische, politieke, wetenschappelijke en literaire boeken. En zelfs voor wie houdt van fantasy en speculatieve fictie, want ook deze genres vind je terug in het boek, bijvoorbeeld in het laatste hoofdstuk, waarin Van Ertvelde haar Utopia beschrijft en in een passage waarin ze haar ontmoeting beschrijft met Ariël, een centaur en een eenhoorn. Niet in de laatste plaats is het boek geschikt voor gehandicapte mensen zelf, die zich eindelijk in de literatuur gerepresenteerd zien als de multidimensionale persoonlijkheden die ze zijn. Handicap. Een bevrijding is het allemaal, zonder ooit te veel te zijn.

 

Een recensie van Xan Koster over Handicap. Een bevrijding van Anaïs Van Ertvelde.

De Bezige Bij, Amsterdam, 2024
ISBN 9789403174815
253p.

Geplaatst op 17/10/2024

Tags: Anaïs Van Ertvelde, Disability, disability studies, lichamelijke beperking, lichamelijkheid

Categorie: Essays, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.