Essays

Het diepere gedachtegoed van de idee Europa 

Wat bedoelen we eigenlijk wanneer we het over ‘Europa’ hebben? In onze themareeks over Europa proberen we die vraag op scherp te stellen en te beantwoorden. Want Europa behelst niet zozeer een geografisch afgebakende ruimte tussen de Middellandse Zee en de Noordpool. Het is een eeuwenlang project. Achter dat Europese project schuilen helaas niet alleen ideeën van verlichting, vrijheid en democratie. Het bevat ook koloniale en imperialistische waanbeelden. Europa is een paradoxaal idee dat de nodige verbeelding vereist. Al geruime tijd buigen schrijvers en denkers zich in de Parijse salons en Weense koffiehuizen over de vraag wat Europa precies is en wat we ermee moeten aanvangen. En met de oorlog in Oekraïne, de opmars van extreemrechts en de verrijzenis van nieuwe grootmachten wordt het hoog tijd om die traditie voort te zetten. In dit openingsessay bijt auteur en publicist Thomas Huttinga (1994) de spits af met een mijmering over de schaduwzijde van de idee ‘Europa’. 

Het grint knarst onder mijn schoenen, de wind fluit langs de spijlen van de met prikkeldraad omklede hekken. Ik sta voor het hoofdgebouw van concentratiekamp Buchenwald in het hart van Duitsland. ‘Jedem das Seine’, zo begroet de beruchte welkomsttekst de gevangene van toen en de bezoeker van nu. Bij het passeren van deze toegangspoort kijk ik uit over een uitgestrekt veld waar hier en daar de gebouwen uit het verleden verspreid staan. Een enkeling dwaalt rond over deze dorre, vruchteloze vlakte. De verbondenheid met de donkerste periodes uit de Europese geschiedenis drukt als een last op de schouders. Toch voel ik mij gek genoeg nog meer dan normaal Europeaan. Hier ervaar ik de schaduw van het gemeenschappelijke verleden: de diepere laag van de idee Europa.

Het concentratiekamp Buchenwald werd in 1937 gebouwd en telde bijna 280.000 gevangenen uit meer dan vijftig landen. Politieke tegenstanders van het naziregime, homoseksuelen, Roma, Sinti en Joden moesten er dwangarbeid verrichten, 56.000 mensen vonden er uiteindelijk de dood. De leeftijd van de gevangenen varieerde van twee tot 86 jaar oud. In de ruimte vlak naast het crematorium zie ik plakkaten van Franse, Bulgaarse, Russische, Belgische, Deense en Nederlandse gevangenen. Op 11 april 1945 werd het kamp bevrijd door de Amerikanen: 95 procent van de gevangenen bleek niet uit het Duitse rijk te komen. Enkele maanden ervoor zaten er nog meer dan 112.000 gevangenen vast in het kamp. Vandaag de dag zijn, in de stilte na het weggestorven geweld, de gebouwen, plakkaten en stemmen van de getuigenissen overgebleven als een permanente herinnering aan het donkere verleden.

Schaduw van Europa

In het essay De idee Europa (2003) schetst de Frans-Amerikaanse schrijver en cultuurfilosoof George Steiner (1929-2020) de diepere lagen van de Europese cultuur en geschiedenis. Voor hem is Europa meer dan de verworvenheden van politieke samenwerking als bijvoorbeeld de EU of de NAVO, beide gezeteld in de Belgische hoofdstad Brussel. Europa is een idee, tastbaar in de koffiehuizen, de straatnamen en de nationale monumenten.

Er zit echter ook een donkere kant aan deze plaatsen van herinneringen, deze zogeheten lieux de  mémoire. Het gaat hier namelijk niet alleen om de gedenkplaten van Europa’s artistieke, literaire of filosofische verleden, zo luidt het in De idee Europa. Nee, ze herinneren ‘aan eeuwen van vernietiging en opoffering, van haat en menselijk lijden’. Europa, schrijft Steiner, is de plek ‘waar de tuin van Goethe haast grenst aan Buchenwald’.

In slechts vijftien minuten lopen van het concentratiekamp sta ik inderdaad in Weimar. Aan het einde van de achttiende, begin negentiende eeuw was deze stad dé hotspot van het Europese humanisme. De schrijvers, denkers en vrienden Johan Wolfgang von Goethe (1749-1832) en Friedrich Schiller (1759-1805) bouwden hier aan het kosmopolitische Europa van de geest. Goethe was ook dichter, wetenschapper, architect, staatsman en wordt de laatste homo universalis genoemd. Zijn werk, en dan met name de roman Het lijden van de jonge Werther (1774), werd in heel Europa gelezen. Schiller, tevens dichter en toneelschrijver, schreef de tekst van het huidige Europese volkslied: ‘Alle Menschen werden Brüder’ (Ludwig von Beethoven zette die later op muziek).

Beide schrijvers zagen heel de wereld als hun vaderland, verklaarden zichzelf tot wereldburger en ze voelden zich verbonden met de gehele mensheid. Goethe bezocht gedurende zijn leven een aantal keer Italië, met een langer verblijf in de eeuwige stad Rome. De indrukken die hij toen opdeed, nam Goethe mee naar huis en die verwerkte hij in het interieur van zijn woonst. De warme invloeden en kleuren uit Pompeï stralen je daar tegemoet, samen met de Griekse beelden waardoor de Duitse dichter zich liet inspireren. Ook voelde deze humanist verbondenheid met de islam, en toonde hij respect voor en interesse in deze religie. Later zouden onder andere schrijvers als Franz Kafka en Sándor Márai ronddwalen door de tuin van Goethe, op zoek naar de restanten van deze grote geest. Precies die tuin grenst aan Buchenwald.

Gruwel en schoonheid in Weimar

De dromen en nachtmerries van Weimar schuren langs elkaar heen. Het verleden van het humanistische gedachtegoed in Weimar en de herinneringen aan de tijd van het nazisme gaan hier in elkaar over. Gedurende de Tweede Wereldoorlog waren de Duitsers bang dat het voormalige woonhuis van Schiller schade zou oplopen door de geallieerde bombardementen. Uit voorzorg werd daardoor een replica gemaakt van Schillers bureau in Buchenwald. Schillers originele bureau, waar hij zijn dromen van vrijheid optekende in zijn theaterstukken, werd nagemaakt door gevangenen van een concentratiekamp in de twintigste eeuw. De verbouwing van het Goethe-huis in de jaren 1930 werd gefinancierd door geld uit de zakken van Adolf Hitler. Hitler zelf organiseerde het partijcongres van de nazipartij vanuit het hotel Elephant in Weimar, dat vandaag de dag nog steeds te bezoeken valt. Ook de Führer  ging naar het oudste café van de stad en dwaalde rond door de huizen van Goethe en Schiller. Hij gebruikte, of misbruikte, de schrijvers als symbolen van een Duitse nationale trots.

De dromen en nachtmerries van Weimar staan symbool voor de tegenstellingen die Europa eigen zijn. In de ochtend kan je ronddwalen door de geestelijke kathedralen van de humanistische gedachte om samen met Goethe en Schiller te dromen van universeel broederschap. Kort daarna loop je langs de hekken, het prikkeldraad en de brandende ovens van de nachtmerrie die Buchenwald heet. Europa is niet alleen het continent van ideeën, cultuur en indrukwekkende genieën, maar het is ook de plaats van een nog nooit eerder vertoonde mate van vernietiging. De dromen en nachtmerries van een continent raken elkaar nergens zo wreed als in deze kleine stad in Duitsland. Het is de paradox van de idee Europa, precies zoals Steiner het ook omschrijft.

Het proberen te begrijpen van het Europese continent, zo leert Steiner ons, behelst het omhelzen van zijn verleden, de mooie én de donkere kanten. De Europese geschiedenis staat vol met de mooiste hoogtepunten van de menselijke creaties en de diepste afgronden van de menselijke barbaarsheid. Het verhaal van het continent is getekend door Europeanen die vallen en opstaan, bouwen en afbreken en balanceren tussen eenwording en verdeeldheid. In de loop van eeuwen werd er stap voor stap een gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur gebouwd.

Maar waarin zien we het verleden van het Europese continent dan terug? In de vormen van de mooiste renaissancewerken of de kleurrijke schilderkunsten van de impressionisten. In de Europese stadsharten vol kerken en aangrenzende terrassen met door toeristen gevulde cafés, samen met de negentiende-eeuwse monumenten op de vele pleinen. Het zijn slechts enkele voorbeelden van onze gemeenschappelijke geschiedenis, maar dit geldt dus net zo goed voor de treinverbindingen die uitkomen op de gaskamers van de concentratiekampen, het eeuwenlange superioriteitsdenken ten opzichte van de medemens en de lange ketenen van het Europees kolonialisme dat haast geen continent op de wereld ongemoeid laat. Het gaat om het web van menselijke verbindingen dat zich door de tijd heen heeft gevormd. Ook dat omvat de idee Europa, inclusief de donkere zijden ervan.

Diepere verhaal van Europa

Dat betekent echter niet dat dit idee slechts een verhaal van het verleden is, veroordeeld tot interessante feitjes uit geschiedenisboeken en aansprekende dwarsverbanden of culturele kruisbestuivingen. Als Steiner in zijn essay schrijft dat de universaliteit van het internet, de verspreiding van de Anglo-Amerikaanse taal en de technologisering van het dagelijks leven resulteert in de afschaffing van grenzen en eeuwenoude haat, dan hoeven we anno 2024 de krant maar open te slaan om te zien dat dit helaas weer actueel is. Ik denk bijvoorbeeld aan de ophitsende invloed van de voormalig Amerikaanse president Donald Trump op sociale media.

Etnische haat, chauvinistisch nationalisme en territoriale veroveringsdrang blijken niet tot het verleden, maar tot Europa’s heden te behoren. De vraag is dan ook welk verhaal we hiertegenover kunnen en durven te zetten, los van het pragmatische belang van politieke en economische samenwerking.

Het diepere verhaal over Europa’s gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur voelt namelijk nog als een gezonken wereld die we van de zeebodem moeten opdiepen. De hedendaagse discussie handelt voornamelijk over politieke en economische verbondenheid en anders of uittreding uit de EU wel of niet noodzakelijk is. Vruchtbaarder, en diepgaander, is het gesprek over het gedachtegoed van de idee Europa. Dit is het tastbare culturele en historische gedachtegoed dat ons Europeaan maakt, inclusief de donkere en lichte zijdes daarvan, en dat tevens onze belevingswereld vormt.

Het begint met grote geschiedenissen in het klein, de uitwisseling van verhalen uit de literatuur, muziek en kunst en het zoeken van herkenning in het gemeenschappelijke. Hiervoor is het belangrijk dat we onze nationale geschiedenissen meer met een Europese dan met een nationale bril gaan bekijken via het onderwijs. Een beetje vaderlandsliefde is ons niet vreemd, maar waarom zouden we niet meer kunnen leren over de verschillende buitenlandse invloeden in ons verleden?

Daarnaast moeten we dit Europa-gevoel naar het binnenland halen door een Europees mediaplatform op te richten waar alle Europeanen de mogelijkheid hebben om dezelfde documentaires, quizzen en talkshows te kijken. Inclusief vertaalsysteem natuurlijk. Er moet een Europese museumjaarkaart komen waardoor Europeanen makkelijker elkaars musea kunnen binnenstappen. En we moeten op zoek gaan naar onze gemeenschappelijke lieux de mémoire: de plekken waar Belgen, Nederlanders, Portugezen, Hongaren en Zweden elkaar al eerder zijn tegengekomen. Europa draait namelijk om het starten van gesprekken die over nationale en tijdsgrenzen heengaan. De ontmoetingsplaatsen uit het verleden en het nu. En het is precies de schittering van het diepere gedachtegoed van de idee Europa dat centraal staat in deze themareeks van De Reactor.

 

Thomas Huttinga (1994) is auteur en publicist. In 2020 verscheen zijn boek ‘Aan de Europeanen van vandaag en morgen’ (uitgeverij Ijzer). In mei 2024 verschijnt zijn werk ‘Waarom we Europeaan zijn’ (uitgeverij Pluim). Momenteel werkt hij bij het Europa Instituut van de Universiteit Leiden.

Geplaatst op 19/07/2024

Categorie: Essays

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.