Pleidooi voor een seculiere economie

Het spook van het kapitaal

Joseph Vogl (vert. Huub Stegeman)

In november vorig jaar hield Boris Johnson een opmerkelijk pleidooi ten gunste van de ‘superrijken’. Naast het opsommen van de kwaliteiten van de superrijken – hardwerkend, creatief, energiek – hamerde Johnson erop dat we hen vooral moeten bedanken: zij dragen immers via hun belastingsbijdragen bij tot het heil van de gehele gemeenschap. Johnsons dieperliggende boodschap is dat de onrechtvaardige verdeling van de rijkdom uiteindelijk aan iedereen ten goede komt. Abstracter geformuleerd: de (sociale) onvolmaaktheden in onze samenleving staan uiteindelijk ten dienste van een Volmaaktheid. Het lijden heeft zin, de ellende betekenis. Het pleidooi van Johnson is feitelijk een theodicee.

In Het spook van het kapitaal laat Joseph Vogl (1957) zien dat een dergelijke theodicee, of beter ‘oikodicee’, aan de oorsprong ligt van het klassieke economische denken. De economische wetenschap is feitelijk een geseculariseerde theodicee. De door Adam Smith geponeerde onzichtbare hand van de markt bijvoorbeeld verbindt onze particularistische, egoïstische neigingen op een positieve wijze met de notie van het algemeen belang. De onderliggende gedachte is dat de traditionele ondeugden uiteindelijk heilzaam zijn voor de gehele samenleving. Vogl stelt: ‘Daarom is de markt niet zomaar een schouwtoneel, maar bij uitstek de plaats waar de sociale orde tot stand komt: een katalysator die hartstochten in belangen omzet, maar eigenbelangen transformeert tot een gelukkige samenhang, en daarbij een natuurwet volgt.’

Vogl toont mooi aan hoe dit soort denken, deze oikodicee, blijft doorwerken in de hedendaagse economische theorie. De klassieke en neoklassieke school blijft trouw aan de idee dat de particuliere gedragingen van spelers in de markt onder ideale omstandigheden leiden tot een evenwichtstoestand die ten goede komt aan alle marktactoren. Die idee werd vanaf de jaren zeventig vooral als leidbeginsel gebruikt om de financiële markten te analyseren en coördineren. Het einde van Bretton Woods bood immers ‘de mogelijkheid om juist in het vrije spel van de financiële markten de ordenende rede van de zuivere marktmechanismen te kunnen aanwijzen.’

De financialisering van alles

De liberalisering van de financiële markten leidde tot theoretische innovatie, aldus Vogl. Door de opkomst van geautomatiseerde optie- en futuresbeurzen trad er een versmelting op van economische wetenschap, informatietechnologie en wiskunde. Dit gaf aanleiding tot een hernieuwde interpretatie van de oikodicee, die vergezeld ging van een haast grenzeloos optimisme. De eenvoud en de schoonheid van de formules waaraan de financiële markten schijnbaar beantwoordden gaven aanleiding tot een wereldbeeld waarin systemen opgevat werden als spontaan strevend naar evenwicht. Het is een wereldbeeld dat Vogl posthistorisch noemt. Immers: als evenwichten spontaan tot stand worden gebracht door de wetten van de markt zelf, dan doen zich niet langer fundamentele breuken of omwentelingen voor. De toekomst verschijnt als glad, voorspelbaar en handelbaar.

Maar de liberalisering van de financiële markten en de opgang van het financiële kapitalisme gedurende de laatste decennia van de twintigste eeuw hebben ook een sociaal en maatschappelijk effect zonder weerga. Vooreerst vindt er een breuk plaats tussen de reële economie en de financiële economie. Die laatste gaat zijn eigen gang en genereert een proces dat op geen enkele wijze nog terugkoppelt naar de realiteit. Het financiële kapitalisme introduceert een grenzeloos en eindeloos proces van accumulatie dat zijn bestaansreden enkel in zichzelf vindt. Tegelijk zien we dat dit op zichzelf staande proces steeds dieper doordringt in de vezels van de maatschappij. Sterker nog, volgens Vogl reproduceert dit proces de maatschappij. Onze samenleving wordt gefinancialiseerd en door de interacties op financiële markten ook gereproduceerd. Wat we tegenwoordig meemaken is de financialisering van zowat alles wat er is. Het leven zelf wordt een risico waartegen men zich indekt en waar vervolgens op gespeculeerd wordt. Vogl besluit:

Van de verveelvoudiging van de marktrelaties tot de generalisatie van een ondernemerscultuur, van de vorming van een menselijk kapitaal tot het economisch maken van elke relatie en elk verband zien we steeds een proces waarin de ‘financialisering’ van de maatschappij zich voltrekt: een soort nieuw verbond dat sociale en economische reproductie met elkaar verbindt en het leven van een maatschappij coördineert met de beweging van het kapitaal.

Een secularisering van de economie

In het laatste hoofdstuk van Het spook van het kapitaal fileert Vogl de economische wetenschap en haar oikodicee genadeloos. De economische wetenschap is een wetenschap die achter het scherm van haar eigen wetenschappelijkheid een normatief kader oplegt aan die economische werkelijkheid. Ze is met andere woorden performatief van aard. De politieke economie heeft zelf de gegevenheden geschapen waarvan ze de wetenschap claimt te zijn. Het produceert de werkelijkheid die het analyseert en doet die werkelijkheid als norm gelden.

Maar de praktijk ziet er volgens Vogl helemaal anders uit. Economische keuzes en oordelen zijn nooit rationele keuzes of kennisoordelen, maar in de eerste plaats esthetische oordelen. Financiële markten bijvoorbeeld zijn bovenal gebaseerd op conventies die zelf geen verdere grond hebben. Het is doxa en geen epistèmè. Vandaar ook dat de schijnbaar rationele besluitvorming van marktactoren in de praktijk leidt tot systematische dwaasheid.

In de lijn hiervan pleit Vogl voor een ont-theoretiseren van de economie. De economie kan en mag niet langer gezien worden als een homogeen systeem. Veeleer dient de pluraliteit benadrukt te worden: het geheel van gedragingen, praktijken, technologieën en cultuuruitingen van waaruit het economische is opgebouwd moet belicht worden. In feite pleit Vogl voor een meer antropologische economische wetenschap die het positivisme achter zich laat. De economische wetenschap moet opnieuw worden wat ze behoort te zijn: een menswetenschap en geen exacte wetenschap. Dit houdt onvermijdelijk ook een secularisering in van de economische wetenschap. De economische theorie moet gezuiverd worden van de restanten van de theodicee: noties als voorzienigheid, zelfregulering, de onzichtbare hand, enzovoorts, dienen radicaal geschrapt te worden.

Bestseller

In zekere zin sluit Vogl hier aan bij een oproep die reeds enkele decennia door het intellectuele landschap echoot. Van Pierre Rosanvallons Le Capitalisme utopique (1999) tot Hans Achterhuis’ De utopie van de vrije markt (2010): de oikodicee werd reeds meermaals ontmaskerd als fabel en sinds de crisis van 2007 heeft de keizer al helemaal geen kleren meer aan. De vraag die opkomt luidt dan ook: voegt Vogls Het spook van het kapitaal nog iets toe aan dit debat, of herkauwt het een kritiek en een oproep die we reeds kennen? Het is moeilijk om hier eenduidig op te antwoorden. In de kern vertelt Vogl niet zo veel nieuws. Maar de manier waarop Vogl zijn punt maakt, de auteurs en bronnen die hij noemt en de stijl waarin hij zijn betoog opbouwt zijn vrij spectaculair te noemen. De relaties die hij weet te leggen tussen economische theorie, filosofie, geschiedenis en literatuur getuigen van een grote eruditie, waarmee hij het debat ontegensprekelijk verrijkt. In die zin is dit boek meer dan het lezen waard en vormt het een niet te miskennen bijdrage aan het debat.

Toch nog één noot van kritiek. Het spook van het kapitaal mag dan wel een boek zijn dat zich richt op een breder publiek, Vogl schrijft allerminst gemakkelijk. Het boek is doorspekt met neologismen en jargon, de zinsconstructies zijn soms erg complex en de lezer wordt op momenten aan zijn lot overgelaten. Bovendien verwacht Vogl veel voorkennis van zijn lezers, en dat op zeer uiteenlopende terreinen. Het boek is kortom geen easy reading. En dat is een beetje jammer, want dit euvel kon makkelijk verholpen worden door wat redactionele ingrepen en een iets meer didactische opbouw en uitwerking. Maar ondanks de taaie intellectuele brok die Het spook van het kapitaal is, werd het boek toch een bestseller in Duitsland. Het kan gelezen worden als een extra argument voor Vogls betoog: ook de boekenmarkt beantwoordt niet aan rationele en vooropgestelde patronen. Moeilijke boeken kunnen ook bestsellers zijn. En gelukkig maar.

Links

Boom, Amsterdam, 2013
ISBN 9789461057938
180p.

Geplaatst op 07/03/2014

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.