Signalement: De blauwe bloem – Penelope Fitzgerald

De blauwe bloem

Penelope Fitzgerald (vert. Johannes Jonkers)

De titel van haar roman De blauwe bloem ontleende Penelope Fitzgerald (1916-2000) aan een symbolisch beeld in een verhaal van Friedrich von Hardenberg (1772-1801). Die verwierf onder de schuilnaam Novalis bekendheid met de romantische dichtbundel Hymnen an die Nacht (1797). Voor hij dit pseudoniem aannam, stond Hardenberg ingeschreven aan de beroemde universiteit van Jena. In deze stad, waarin ook de als een olympische god aanbeden Johann Wolfgang von Goethe woonde, volgde hij filosofie bij Johann Gottlieb Fichte en geschiedenis bij Friedrich von Schiller.

Hardenberg behoorde weliswaar tot de aristocratie, maar omdat zijn familie verarmd was, moest hij aan een professioneel inkomen denken. Hij besluit om in de voetsporen van zijn vader te treden, die in het keurvorstendom Saksen tot directeur van de zoutmijnen is benoemd, en studeert daarom ook bodemkunde, scheikunde, metaalkunde, financiën en algebra. In al deze studies blinkt hij uit, maar het zijn vooral de gebroeders Schlegel en hun echtgenotes die hem omwille van zijn bevlogenheid en welbespraaktheid een aura van genialiteit verlenen.

Als mijningenieur reist hij rond in Saksen, en op een van die tochten ontmoet hij de twaalfjarige Sophie von Kühn. Hij wordt op slag verliefd (‘in minder dan een kwartier,’ schrijft hij aan zijn broer Erasmus), en vraagt haar kort daarna of zij later met hem wil trouwen.

Zijn familie en vrienden reageren ontzet. Niet vanwege Sophie’s jeugdige leeftijd – het was toen niet ongebruikelijk voor meisjes om op zestienjarige leeftijd te trouwen – maar uit onbegrip: ze is nog erg kinderlijk, zeker niet verstandig en nauwelijks mooi te noemen. Na de toestemming van de twee families wordt in de zomer van 1796 een verlovingsfeest georganiseerd. In diezelfde periode wordt Sophie echter ernstig ziek; ze lijdt aan een vorm van tering en sterft op 19 maart 1797, twee dagen na haar vijftiende verjaardag.

Voor deze historische roman heeft Fitzgerald zich verdiept in de geschriften, brieven en dagboeken van de betrokkenen. Zij laat zich niet uit over de liefdesrelatie tussen Friedrich von Hardenberg (Fritz) en Sophie von Kühn, ze idealiseert noch bespot die. Is hij verliefd geworden op een kind of op een naam? Wanneer hem wordt gevraagd wat hen bindt, luidt zijn antwoord: ‘Haar naam betekent wijsheid. Zij is mijn wijsheid, mijn waarheid.’

Wat heeft hij gezien in een meisje dat het voortdurend uitproest en nauwelijks kan spellen – in haar brieven noemt ze hem ‘Hardenburch’? Nooit neemt Fitzgerald de positie van alwetende verteller in: ze respecteert het raadselachtige van de geschiedenis en behoedt daardoor dit trieste verhaal voor larmoyante sentimentaliteit.

Naarmate de roman zijn einde nadert verschuift de aandacht van Fritz naar Sophie. We vernemen hoe Sophie tot drie keer toe wordt geopereerd, hoe kranig ze zich houdt bij deze chirurgische ingrepen die zonder narcose gebeuren, en hoe afzijdig Fritz blijft bij deze pijnlijke werkelijkheid die zijn idealistische filosofie onderuithaalt. Wanneer Sophie sterft, is hij er niet; ze heeft vergeefs gewacht.

Fitzgerald is een meester in het neerzetten van scènes. De roman opent met de dag waarop Fritz met een vriend thuiskomt uit Jena. Ze hadden geen ongeschikter moment kunnen kiezen: het is de jaarlijkse wasdag, en die dreigt in het honderd te lopen. Je wordt onmiddellijk opgenomen in een laat achttiende-eeuws huishouden van de Duitse adel. We zien een dominante vader, een hulpeloze moeder die niet is opgewassen tegen de in haar gestelde verwachtingen, een oudste meisje dat dan maar alles bereddert, en jongens die per se als onafhankelijke volwassen willen worden behandeld. Tegelijk krijg je hier een sociohistorische werkelijkheid voorgeschoteld: in bepaalde families werd slechts één keer per jaar een wasdag gehouden, wat onder meer impliceerde dat mannen over een honderdtal hemden dienden te beschikken.

Fitzgerald heeft niet veel woorden nodig om situaties te schetsen: het klassensysteem in de Duitse vorstendommen, dat ook de adellijke families benadeelt, al was het maar omdat vele manieren om geld te verdienen voor hen verboden zijn; de impact van het religieuze op het dagelijks leven en de opvoeding en de verschillen tussen de talrijke christelijke kerken; de gespannen aandacht voor de chaotische gebeurtenissen in Frankrijk, waarbij de oudere generatie de gevangenneming van de koning als waanzinnig veroordeelt en de jongere generatie juicht bij de proclamatie van de nieuwe vrijheden.

Voor De blauwe bloem won Penelope Fitzgerald als een van de weinige Britten in de Verenigde Staten de National Book Critics Circle Award. Terecht. Haar taal is helder en laat veel onuitgesproken, haar beschrijvingen zijn nauwkeurig, en niet zelden doortrokken van zwarte humor. Het is niet meer dan rechtvaardig dat ze iets meer dan vijftien jaar na haar dood in het Engelse taalgebied en daarbuiten wordt herontdekt.

Karmijn, Elburg, 2015
ISBN 9789492168054
250p.

Geplaatst op 21/05/2016

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.