Signalement: Smerig gezwel wat je bent – A.H.J. Dautzenberg

Smerig gezwel wat je bent

A.H.J. Dautzenberg

Vorig jaar sloot schrijver A.H.J. Dautzenberg (1967) zich aan bij Martijn, een Nederlandse pedofielenvereniging die seksuele relaties tussen volwassenen en kinderen bespreekbaar wil maken. Volgens eigen zeggen werd hij lid uit protest tegen ‘de heksenjacht‘ op pedofielen.

Daarmee lijkt hij zich te manifesteren als verdediger van fundamentele democratische rechten als vrijheid van meningsuiting en vereniging. Maar is hij werkelijk begaan met het lot van (niet-praktiserende) pedofielen in ons land of wil hij zichzelf met deze zoveelste provocatie in de kijker van het publiek spelen?

Onlangs stelde Dautzenberg de bloemlezing Smerig gezwel wat je bent. Uit de bedreigingen aan Martijn samen. Lezers kunnen deze anthologie van 45 readymades gratis dowloaden. Dautzenberg hoopt dat deze ‘representatieve selectie’ uit de haatmails die de vereniging en hijzelf ontving lezers aanspoort om geld te doneren, zodat Martijn een advocaat kan betalen. De vereniging moet namelijk op 7 maart voor de rechter verschijnen vanwege ‘verstoring van de openbare orde en goede zeden’.

De bloemlezing opent met een aan Voltaire toegeschreven citaat dat we nog kennen uit de tijd van Pim Fortuyn: ‘Ik ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen.’

Veel van de opgenomen teksten zijn zonder meer abject te noemen. Ze scheren, in de woorden van de bloemlezer, langs de ‘rafelranden van de moraal’. Omdat Dautzenberg ze als gedichten heeft geschikt, roepen ze referenties op aan andere pogingen om door middel van poëzie de stupiditeit van een deel van de maatschappij aan te tonen (bijvoorbeeld van Sarah Palin), maar ook aan de Flarf-traditie.

De waarde van die poëzie? Ach, het spreekt vanzelf dat er onder de haatspuiende belagers van de pedopartij geen grote stilisten te vinden zijn. Ook als hun vaak korte bedreigingen in versvorm worden gegoten, werpen ze geen licht op onvermoede ruimten. Wel op veel lelijks, zoals Dautzenberg opmerkt in zijn inleiding, en op veel doms, zoals de vele grammaticale en spelfouten moeten laten zien. Een voorbeeld:

Toen ik ut hoorde geloofde ik
ut egt niet

Als jullie bekender worden
maak ik der wel keer een eind
aan jullie kantoor met
julie derbij

Als ik je op straat zie lopen of
1 van je collega’s ben je voor mij
maak ik je af zonder pardon

Voor zoiets wil ik wel me leven lang
tussen 4 muren
zittuh

Groeten Sander

Die fouten zijn zogenaamd om redenen van authenticiteit behouden, maar zijn uiteraard Dautzenbergs grootste wapen. De primair reagerende mens is dom, zo moeten we begrijpen. Maar is daarmee ook het belang van Dautzenbergs eigen kruistocht bewezen?

De bloemlezing eindigt met een disclaimer. ‘Voor de goede orde: hij [Dautzenberg] is een felle tegenstander van kindermisbruik.’ Dat hij niettemin lid bleef van een vereniging waarvan de voorzitter drie jaar kreeg vanwege het bezit van kinderporno mag minstens tegenstrijdig heten.

Uitgegeven in eigen beheer, Tilburg, 2012
ISBN –
50p.

Geplaatst op 23/02/2012

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.